Alles over honden

Welkom in onze kennisbank over honden.

  • Afvallen hond
  • Allergieën bij de hond
  • Atopie
  • Artrose bij honden
  • Baarmoederontsteking
  • Biopt bij de hond
  • Blaasontsteking hond
  • Blaassteen of gruis
  • Bloedarmoede hond
  • Bloedonderzoek hond
  • Bloedonderzoek resultaten hond
  • Braken hond
  • Buitenland
  • Castratie chemisch
  • Castratie reu
  • Chippen
  • Corona-virus
  • Diarree bij honden
  • Drinken veel en plassen hond
  • Eikenprocessierups
  • Gebit
  • Gebitsbehandeling
  • Gebitsproblemen
  • Gedrag
  • Gewrichten
  • Giardia
  • Hart
  • Hartfalen
  • HD / ED Röntgenfoto's
  • Huid
  • Is mijn hond te dik?
  • Kennelhoest
  • Leptospirose
  • Longen
  • Narcose
  • Nierfalen
  • Niet eten
  • Ogen
  • Ontlastingsonderzoek
  • Ontvlooien
  • Ontwormen
  • Oogboldrukmeting
  • Oorontsteking
  • Oudere honden check
  • Parasieten
  • Preventieve zorg
  • Progesteron
  • Rabiës
  • Schimmel
  • Sloom
  • Sterilisatie (laparoscopisch)
  • Tandenpoetsen
  • Urine
  • Vaccineren
  • Vergiftigingen
  • Verzekeren
  • Vlooien
  • Vuurwerkangst
  • Wormen
  • Zes maanden check

Afvallen hond

Afvallen hond

De klacht ‘vermageren’ kan bij veel verschillende aandoeningen passen. Hieronder worden de meest voorkomende oorzaken genoemd.

Uw huisdier valt af omdat hij niet genoeg voeding binnenkrijgt, de eetlust is verminderd. Bijvoorbeeld door:

  • Koorts
  • Aandoening van de buikorganen (nieren, lever, alvleesklier, darmen enz.)
  • Kauw- en/of slikproblemen

Uw huisdier valt af omdat hij een aandoening heeft die veel energie kost. De eetlust is prima, maar hij kan niet voldoende eten om de vraag naar energie bij te benen. Bijvoorbeeld door:

  • Dracht of melkgift
  • Hart- of longaandoeningen
  • Tumoren

Uw huisdier valt af omdat hij veel voedingsstoffen snel weer verliest, de eetlust kan normaal zijn. Bijvoorbeeld door:

  • Suikerziekte
  • Darmaandoening

Allergieën bij de hond

Allergieën bij de hond

Een allergie is een overdreven, sterke reactie van het afweersysteem op stoffen van buitenaf. Bij contact met deze lichaamsvreemde stoffen (bijvoorbeeld vlooienspeeksel of voedingsbestanddelen) produceert het afweerapparaat bij allergiepatiënten stoffen die jeuk en ontsteking in de huid veroorzaken. Dit kan in de loop van het leven van uw hond ontwikkelen na blootstelling aan de stoffen van buitenaf. Een allergie kan dus ook op latere leeftijd ontstaan. Er zijn verschillende vormen van allergie. De meest voorkomende zijn vlooienallergie, voedselallergie en atopie (allergie voor stoffen in de omgeving). Daarnaast bestaat er ook contact allergie en insectenbeet allergie.

Klachten

Het lastige aan allergieën is dat de klachten erg op elkaar lijken. Dat maakt het onderscheid lastig te maken. De diagnose atopie kan pas gesteld worden als de andere typen allergie uitgesloten zijn. Symptomen die veel gezien worden bij allergie:

  • Jeukklachten, dit uit zich door krabben/schuren/bijten/likken op meerdere plekken van het lichaam
  • Roodheid en jeuk in oksels, liezen en tussen de tenen
  • Wondjes op de kop en in de hals, met name tussen ogen en oren
  • Kleine korstjes op de rug
  • Kaalheid op buik, flanken, achterpoten, onderrug
  • Oorontstekingen
  • Anaalklierontsteking

De symptomen kunnen erger worden doordat er een infectie met bacteriën of gisten optreedt. Deze kunnen vaak goed aanslaan op de huid van de hond met een allergie, omdat de barrièrefunctie van de huid verminderd is. Wanneer er sprake blijkt te zijn van een infectie van de huid, zal deze eerst behandeld moeten worden.

Diagnose

Voordat de conclusie ‘allergie’  getrokken mag worden bij een patiënt met huidklachten, zullen eerst andere oorzaken uitgesloten moeten worden. Deze andere oorzaken kunnen zijn: vlooien, mijten, schimmel, luizen, bacterie- of gistinfectie. Hierop zal dus eerst getest worden door de dierenarts door middel van microscopisch onderzoek. Blijkt dat de huidklachten passend zijn bij allergie, dan wordt er uitgezocht met welke allergie we te maken hebben.

Voedingsallergie

Een voedingsallergie ontstaat meestal door een voedingsbestanddeel dat de hond al vaker heeft gegeten en waar hij plotseling overgevoelig op reageert. Wanneer een overgevoeligheid voor een bepaald bestanddeel van de voeding eenmaal is opgetreden, zal het dier hier waarschijnlijk zijn leven lang overgevoelig voor blijven. Voedingsmiddelen die dat specifieke bestanddeel bevatten, zullen dan ook voor altijd vermeden moeten worden. Elk ingrediënt dat uw huisdier wel eens eerder heeft gegeten, kan in principe een voedselovergevoeligheid veroorzaken. Meestal treedt de allergie echter op voor een bepaald eiwit in de voeding, zoals rundvlees, eieren, lamsvlees of tarwegluten. Het feit dat een dier overgevoelig reageert zegt overigens niets over de kwaliteit van de voeding. Het dier kan een bepaald bestanddeel van de bewuste voeding gewoon niet goed verdragen. Voor andere dieren levert dezelfde voeding geen enkel probleem op.

Atopie

Atopie is een allergie voor stoffen uit de omgeving, zoals huisstofmijten, stuifmeel van bloeiende gewassen of huidschilfers van dieren. Deze klachten ontstaan vaak al voor het 5e levensjaar. Atopie is erfelijk en komt meer dan gemiddeld bij een aantal hondenrassen voor, zoals de West Highland White terrier, de Labrador- en de Golden Retriever, de Lhasa Apso, de Duitse Herder en de Shar-Pei.

Behandeling

Het uitsluiten van een vlooienallergie is relatief eenvoudig. Dit kunt u doen door de hond strikt elke 4 weken met een goed en betrouwbaar antivlooienmiddel te behandelen. Doe dit ook als u geen vlooien ziet bij uw hond! De hond kan namelijk zelf de vlooien uit de vacht vangen als hij deze gevoeld heeft, maar 1 vlooienbeet kan al genoeg zijn voor heftige jeukklachten. Wanneer blijkt dat de hond klachten houdt ondanks een strikte anti-vlooienbehandeling, zal de dierenarts een eliminatiedieet voorschrijven. Dit is een speciaal dieet, liefst zelf gekookt, dat strikt gevolgd moet worden voor 6 tot 9 weken. Daarna zal er weer het oude voer en tussendoortjes voorgeschreven worden. Dit traject is van belang om een voedselallergie aan te tonen dan wel uit te sluiten. Als de hond een voedselallergie blijkt te hebben, zal er gezocht moeten worden naar een geschikt dieet, dat de hond wel verdraagt. Blijkt na het eliminatiedieet dat de hond nog steeds jeuk en huidklachten heeft, dan zal er sprake zijn van een atopie. Testen waarvoor de hond allergisch is, heeft alleen zin als er daarna voor een behandeling met immunotherapie gekozen wordt. Als een eigenaar dit niet ziet zitten wordt een hond met atopie behandeld met medicijnen, die hij levenslang zal moeten slikken in een zo laag mogelijke dosering.

Atopie

Atopie

De behandeling van een hond met atopie is meestal levenslang noodzakelijk. Doel van de behandeling is om de allergische klachten zoveel mogelijk onder controle te brengen zodat de hond er minder last van heeft. De ernst van de klachten kan sterk wisselen. De ene hond heeft veel meer last van de atopie dan de andere en ook bij dezelfde hond kunnen de klachten erg variëren. Hierdoor is het niet mogelijk één standaardbehandeling te geven voor iedere hond met atopie, maar moet de behandeling per individuele hond apart afgestemd worden.

Hyposensibilisatie

Een belangrijk onderdeel van de behandeling is de zogenaamde immunotherapie of hyposensibilisatie. Hierbij wordt getracht het dier minder gevoelig te maken voor de stoffen waarvoor hij allergisch is door juist deze stoffen volgens een bepaald schema via onderhuidse injecties toe te dienen.

Jeukreactie remmen

Wanneer u als eigenaar besluit geen hyposensibilisatie toe te passen of u bent aan het nadenken daarover, zal de dierenarts uw hond een middel voorschrijven dat de ontstekingsreactie in de huid remt. Daardoor wordt de jeuk en zelfbeschadiging door het krabben minder. Deze reactie kan geremd worden met corticosteroïden, maar op lange termijn is behandeling hiermee niet aan te raden vanwege de bijwerkingen. Een goed alternatief zijn cyclosporinen. Beide medicijnen worden in hoge dosering gestart om daarna afgebouwd te worden naar een dosis waarmee de jeuk controleerbaar blijft.

Bestrijden van bijkomende infecties

Omdat de afweer van de huid bij honden met atopie is verminderd, treden infecties van de huid met bacteriën en gisten eerder op en verergeren dan de huidklachten. Daarom kan het ook nodig zijn om gebruik te maken van antibiotica en speciale shampoos. Ook preventieve vlooienbestrijding is essentieel. Een speciaal dieet met hoge gehaltes aan onverzadigde vetzuren werkt ontstekingsremmend en afweerverhogend en kan de conditie van de huid en vacht verbeteren.

Omdat de behandeling van atopie dus voor iedere hond weer net iets anders is, gaat er meestal wel wat tijd overheen voordat duidelijk is geworden wat en hoe de beste behandeling is voor een bepaalde hond.

(Bron: Sterkliniek Nieuwsbrief)

Artrose bij honden

Artrose bij honden

Hoe ontstaat artrose?

Artrose kan in één of meerdere gewrichten optreden. In het geval van (osteo)artrose ontstaan de problemen door overmatige slijtage of beschadiging van het gewrichtskraakbeen. Dit kraakbeen dient in het gewricht vooral als een soort stootkussen, waardoor het onderliggende bot rondom het gewricht wordt beschermd. Door beschadiging van het kraakbeen verdwijnt deze beschermende laag en wordt het bot aangetast. In plaats van het kraakbeen vormen zich botwoekeringen rond het gewricht. Dit proces gaat gepaard met een ontstekingsreactie, verminderde soepelheid en pijn. Het gewricht wordt dikker, minder goed beweeglijk en de spieren erom heen verslappen door het verminderde gebruik. De slijtage begint sluipend en wordt heel geleidelijk erger. Artrose kan in één of meerdere gewrichten optreden. Meestal betreft het de knie, heup, schouder of elleboog.

Herkennen van gewrichtsproblemen

De meest voorkomende verschijnselen bij gewrichtsaandoeningen zijn:

  • Stijfheid na activiteit
  • Moeite met opstaan en op gang komen na een rustperiode (‘startkreupelheid’)
  • Minder actief en achterblijven bij wandelingen
  • Kreupelheid
  • Verdikking van het gewricht, pijnlijk bij aanraking
  • Beperkte beweeglijkheid van het aangetaste gewricht (minder goed strekken en/of buigen)
  • Herhaaldelijk likken aan het gewricht (door pijn en zwelling)
  • Verlies van eetlust
  • Verandering van gedrag (vooral geïrriteerdheid door de pijn)

Herkent u deze signalen/symptomen, neem gerust vrijblijvend contact met ons op.

Baarmoederontsteking

Baarmoederontsteking

Een baarmoederontsteking (pyometra) is een aandoening die acuut levensgevaar kan opleveren en moet daarom snel en goed behandeld worden. Wij hebben hier (helaas) veel ervaring mee!

Welke symtomen kan je herkennen?

De symptomen verschillen per hond en het maakt ook een groot verschil of de baarmoedermond wel of niet gesloten is.  Als de baarmoedermond openstaat kan het pus wegstromen en zijn de symptomen vaak ook minder ernstig. Wanneer er pus uit de vulva stroomt is de diagnose vaak direct gesteld. Verder kan de eigenaar zien dat de teef last heeft van koorts, sloomheidveel drinken en plassen, overgeven en een slechte eetlust. Niet alle patiënten vertonen deze symptomen.

Baarmoederontseking vaststellen?

Op basis van u verhaal kunnen we al een redelijke inschatting maken van het probleem. Als u teef een aantal weken na de loopsheid ziek is, kan de dierenarts al snel denken aan een baarmoederontsteking. Naast bovengenoemde symptomen kan bij het lichamelijk onderzoek opvallen dat de buik is opgezet of pijnlijk is. Er kan bloedonderzoek worden gedaan, echter alleen een echografie van de buik kan uitsluitsel geven over de diagnose baarmoederontsteking.

Wilt u meer weten of een afspraak maken, bel ons direct 030 ‑ 233 23 20.

Biopt bij de hond

Biopt bij de hond

Biopt nemen

Als uw huisdier een dikte in of onder de huid heeft, kan de dierenarts aan de buitenkant niet zien of het kwaadaardig of goedaardig is. Het nemen van een biopt wordt gedaan in geval van diktes en bij afwijkende huidstructuren. Er zijn drie manieren om een biopt te nemen:

  1. Het Dunne Naald Aspiratie Biopt (DNAB)
  2. Het ponsbiopt
  3. Het excisiebiopt

Hieronder zullen alle drie de manieren kort besproken worden. Voor een ponsbiopt en een excisiebiopt zal uw huisdier onder narcose gebracht moeten worden. Een DNAB wordt direct tijdens het spreekuur bij het wakkere dier afgenomen.

Dunne Naald Aspiratie Biopt

  • De dierenarts lokaliseert de dikte in/op/onder de huid
  • Soms is scheren van de vacht nodig om de dikte beter in beeld te brengen
  • De huid van de dikte wordt ontsmet=
  • De dierenarts prikt de dikte een aantal malen aan met een naald op een spuit; daarbij zuigt zij cellen aan vanuit de dikte
  • De cellen worden op een glaasje gespoten en uitgestreken
  • Deze uitstrijkjes worden naar een speciaal laboratorium gestuurd
  • U wordt enkele dagen later gebeld over de uitslag

Ponsbiopt

  • Uw huisdier wordt onder narcose gebracht
  • Als uw dier goed slaapt, wordt de afwijkende huid geschoren en ontsmet
  • Er worden enkele biopten genomen met behulp van een ‘huidboortje’
  • De gaatjes die hierdoor ontstaan worden met een hechting dichtgemaakt
  • De biopten worden in een potje met speciale vloeistof bewaard en opgestuurd naar een speciaal laboratorium
  • De uitslag laat in dit geval wat langer op zich wachten dan bij een DNAB, u wordt na 1 tot 2 weken gebeld

Excisiebiopt

  • Deze manier van biopt nemen wordt gebruikt tijdens de operatie om een dikte te verwijderen
  • Uw huisdier wordt onder narcose gebracht
  • De dikte wordt indien mogelijk ruim omsneden en verwijderd
  • Het weefsel wordt in een potje met speciale vloeistof bewaard en opgestuurd naar een speciaal laboratorium
  • De uitslag laat in dit geval wat langer op zich wachten dan bij een DNAB, u wordt na 1 tot 2 weken gebeld

Blaasontsteking hond

Blaasontsteking hond

Blaasontsteking / urinewegaandoeningen

Bij honden komen regelmatig problemen van de lagere urinewegen voor. Dit zijn aandoeningen van de urineleiders, de blaas of de urinebuis. Een belangrijke oorzaak van urinewegproblemen is de vorming van blaasgruis of -stenen. Andere oorzaken kunnen bijvoorbeeld zijn: bacteriële infectie, poliep of tumor.

Symptomen

Verschijnselen wanneer uw hond last heeft van de blaas/urinewegen zijn:

  • Vaker kleine beetjes plassen tijdens het uitlaten
  • In huis plassen, onzindelijk zijn
  • Veel persen tijdens het plassen, janken tijdens het plassen
  • Spontaan urine verliezen zonder actief te plassen
  • Bloed in de urine, rode urine
  • Sloomheid, zichzelf afzonderen, minder eten, braken

Blaassteen of gruis

Blaassteen of gruis

Het ontstaan van blaasgruis en -stenen begint met de vorming van kristallen in de urine. Kristallen vormen zich als er voldoende kristalvormende bestanddelen in de urine aanwezig zijn. De kristallen kunnen zich vasthechten aan organisch materiaal in de urine, zodat er structuren ontstaan die op den duur kunnen uitgroeien tot stenen.

De meest voorkomende soort blaasgruis bij honden is de struviet. Struviet is opgebouwd uit de mineralen magnesium, ammonium en fosfaat. Een andere, regelmatig voorkomende soort is calciumoxalaat. Urine-onderzoek zal moeten uitwijzen welke soort gruis er aanwezig is.

Blaasgruis ontstaat dus wanneer bepaalde mineralen uit de voeding in de urine uitkristalliseren. Dit treedt eerder op bij voeding die deze mineralen in voor uw hond te hoge hoeveelheden bevat. De zuurgraad (pH) van de urine, welke per hond kan variëren, is ook bepalend voor het optreden van gruisvorming. Daarnaast kunnen bacteriën de zuurgraad van de urine beïnvloeden. Verder is het drinkgedrag van uw hond (te weinig drinken) van invloed op het ontstaan van blaasgruis. Overgewicht en te weinig lichaamsbeweging zijn andere factoren die een rol spelen.

Bloedarmoede hond

Bloedarmoede hond

Bij bloedarmoede (anemie) is het aantal rode bloedcellen in het bloed verlaagd. Hierdoor ontstaat er in het lichaam een tekort aan zuurstof en zullen dieren zwak en vermoeid worden. Er zijn verschillende oorzaken voor bloedarmoede.

Symptomen

Bij bloedarmoede hebben de spieren en organen zuurstofgebrek, hierdoor kunnen  de onderstaande symptomen ontstaan. De stelregel daarbij is hoe lager het aantal rode bloedcellen en hoe sneller (acuter) de bloedarmoede ontstaat, des te ernstiger de symptomen zullen zijn:

  1. Sneller moe, sloom
  2. Meer slapen
  3. Minder honger
  4. Bleke tong of slijmvliezen
  5. Soms is er sprake van koorts

Oorzaken

Bloedverlies:

Verlies van rode bloedcellen treedt op bij een bloeding. Dit kan een zichtbare bloeding aan de buitenkant van het lichaam zijn door bijvoorbeeld een wond, maar kan ook een inwendige bloeding zijn die in eerste instantie niet zo duidelijk is, bijvoorbeeld bij een aanrijding of door bloedverlies via het maagdarmkanaal. Bloedingen kunnen o.a ontstaan door trauma, een bloedende tumor (bv milttumor) of door een stollingsstoornis waarbij de bloedstolling niet meer voldoende functioneert (dit is bijvoorbeeld het geval bij vergiftiging met rattengif)

Verhoogde afbraak

De normale levensduur van een rode bloedcel is ongeveer 120 dagen (hond). In het geval van verhoogde afbraak worden rode bloedcellen te snel afgebroken (=hemolyse); hierdoor ontstaat vaak een acute en ernstige bloedarmoede. Oorzaken hiervoor zijn o.a een auto-immuunziekte (immuungemedieerde hemolytische anemie), bepaalde infecties bv Mycoplasma-bacterie (kat) of de Babesia-parasiet (hond) of bepaalde giftige stoffen.

Verminderde aanmaak

Het beenmerg maakt rode bloedcellen aan. Indien het beenmerg niet goed functioneert zullen er te weinig rode bloedcellen worden gevormd en daardoor kan ook een bloedarmoede ontstaan. Oorzaken hiervoor zijn o.a (chronische) ontstekingen, tumoren, nierfalen etc.

Diagnose

De diagnose bloedarmoede wordt vastgesteld met bloedonderzoek door het percentage rode bloedcellen in het bloed, de hematocriet (Ht), te bepalen. Om de oorzaak van de bloedarmoede vast te stellen wordt uitgebreid bloedonderzoek gedaan en indien nodig volgt er beeldvorming (bv röntgenfoto's, echo). 

Therapie

In eerste instantie proberen we indien mogelijk de oorzaak van de bloedarmoede te behandelen. Afhankelijk van de oorzaak van de bloedarmoede kan dat betekenen dat er een behandeling met medicijnen nodig; soms zal een operatie nodig zijn. 

Als een dier ernstige bloedarmoede heeft, hier veel last van heeft of zelfs mogelijk dreigt te overlijden, is het advies om een bloedtransfusie te geven. Een  bloedtransfusie neemt de ziekte niet weg, maar geeft wel meer tijd om de behandeling te laten aanslaan. 

Prognose 

De levensverwachting van uw hond met bloedarmoede is sterk afhankelijk van de oorzaak van de klachten en de ernst van de bloedarmoede.  

Bloedonderzoek hond

Bloedonderzoek hond

Bloedonderzoek kan worden uitgevoerd om een beter beeld te krijgen van het functioneren van de verschillende organen in het lichaam van uw huisdier. Als uw dier ziek is en de dierenarts besluit bloed af te nemen, gebeurt dat meestal al tijdens de afspraak in de behandelkamer. Het bloed wordt afgenomen uit de halsader van uw huisdier. Daarvoor wordt een klein stukje van de vacht in de hals weggeschoren, om het bloedvat goed zichtbaar te maken. Een enkele keer laat een dier niet toe dat we uit de hals prikken. Dan zal de bloedafname uit een van de voorpoten plaatsvinden.

Bloedonderzoek voorafgaande aan de narcose

Een bloedonderzoek voorafgaande aan de narcose wordt door ons aanbevolen, maar wordt alleen uitgevoerd op uw verzoek. Helaas kan een kat die gezond lijkt symptomen van een ziekte of afwijkingen verbergen. We zouden graag van tevoren een bloedonderzoek (pre-anesthetisch) doen naar onder andere de lever- en nierfunctie. Narcosemiddelen worden namelijk door deze organen omgezet of uitgescheiden. Op deze manier kunnen we de anesthesiegerelateerde problemen minimaliseren. De bloedwaarden zijn tevens een belangrijk referentiepunt voor mogelijke bloedonderzoeken in de toekomst. Mochten we afwijkingen vinden, kunnen we daar de narcose op aanpassen. In een enkel geval raden we een narcose helemaal af.

Het bloed kunnen we voor een groot deel zelf onderzoeken in ons laboratorium, met als voordeel dat we de uitslag snel hebben. Soms is het nodig om aanvullende waardes te laten bepalen door een extern laboratorium. De dierenarts zal u hierover informeren.

Uitslagen lezen en begrijpen:

We vertellen u graag meer over de verschillende uitslagen.

Bloedonderzoek resultaten hond

Bloedonderzoek resultaten hond

Wanneer er bij uw huisdier bloedonderzoek is gedaan komen hier resultaten uit niet niet altijd even makkelijk te begrijpen zijn. We geven u graag meer inzicht:

Glucose/suiker

Een te veel aan glucose (suikerziekte?) in het bloed kan worden veroorzaakt doordat insuline (hormoon) de bloedsuikerspiegel niet meer kan controleren. Ook wanneer we glucose in de urine aantreffen willen we de glucose spiegel in het bloed meten.

Frucotosamine's

Wanneer de suikerspiegel in het bloed te hoog is meten we ook de fructosamines ('lange termijn'-suikers). Deze geven het suikerniveau aan over een periode van 3-4 weken.Hiermee kunnen we deze een tegen glucose spiegel door stress in de behandelkamer uitsluiten of bevestigen.

Ureum

Ureum is afkomstig uit de afbraak van eiwitten. Net als creatine wordt het uitgescheiden door de nieren.
De ureum-spiegel kan ons meer vertellen over de nier- & leverfunctie, maar ook of de mate van uitdroging van de patiënt.

Creatinine

Creatinine is een afbraakproduct van de spieren en komt direct in het bloed terecht. De creatinine-spiegel in het bloed is normaal gesproken stabiel, omdat het continu wordt uitgescheiden door de nieren. Wanneer de nierfunctie voor 75% verloren (nierfalen) is gegaan, gaat de creatinine-spiegel in het bloed ook stijgen. Dat is dus pas in een laat stadium. Gelukkig kunnen we met behulp van de SDMA-bepaling eventuele nierschade in een vroeger staduim meten.

SDMA

Ook een te hoge SDMA-spiegel kan net als een te hoge creatine-waarde wijzen op nierfalen. De SDMA is een betrouwbaardere biomarker voor de nierfunctie dan de creatinine omdat deze in een eerder stadium afname van de nierfunctie diagnosticeert en niet beinvloed wordt door de spiermassa. SDMA stijgt zowel bij acute en actieve nierschade als bij chronische nierziekte. Er dient een compleet urineonderzoek te worden uitgevoerd.

Leverwaarde(s)

Bij een verhoging van de leverwaarde(s) letten we vooral op de hoogte van de waardes. Vaak is een verhoging van minimaal 2x de normaalwaarde pas van betekenis. We adviseren dan ook de galzuren te meten.
Verhogingen kunnen duiden op ontstekingen en soms zelfs tumoren, verder onderzoek (bloed of echo) is dan aan te raden.


Bloedonderzoek voor de narcose naar de nier- en leverfunctie en het suikergehalte bij de hond. Niet afwijkend!

Galzuren

Bij afwijkende leverwaardes willen we graag de galzuren kunnen bepalen om de ernst van het leverprobleem vast te stellen.

Zouten (kalium, natrium en chloor)

De zouten worden door allerlei andere processen in het lichaam beinvloed. Bij het toedienen van infusen is het ook erg belangrijk inzicht te hebben in de zouthuishouding.

Calcium

Calcium is een mineraal en vervuld functies in het skelet, zenuwstelsel en heeft te maken met de bloedstolling. Soms kan een te hoge calcium spiegel een aanwijzing zijn voor een tumor.

Schildklier

Bij de honden komt eigenlijk maar 1 aandoening aan de schildklier voor en dat is een te langzaamwerkende schildklier, oftewel hypothyreoïd.

Alvleesklier

Wat we meten is de cPLI (canine Pancreas Lipase Immunoreactivity) in het bloed. De test is betrouwbaar om pancreatitis te diagnosticeren maar ook om het uit te sluiten.

Eiwitten

We meten hierbij het totaal aantal eiwitten in het bloed, de albumine fractie en de gammaglobulines.
Eiwitten kunnen ons uiteenlopende informatie geven, zoals over: bloedverlies, uitdroging, onstekingen en nog veel meer.

Rode en witte bloedlichaampjes

Rode bloedcellen zijn onder andere verantwoordelijk voor zuurstof transport, inzicht in deze cellen is dan ook letterlijk van levensbelang. De witte bloedcellen (leucocyten) zijn betrokken bij de afweer, de verschillende soorten witte bloedcellen kunnen ons meer vertellen over de verschillende vormen van infecties die het lichaam doormaakt.

Indien u vragen heeft over bovenstaande bloedbepalingen bent u welkom om contact met ons op te nemen.

Braken hond

Braken hond

Er zal altijd onderscheid gemaakt moeten worden tussen werkelijk, actief braken of het ‘zomaar’ voedsel uit de keel/bek opgeven (regurgiteren). De dierenarts zal u daarom vaak een aantal vragen stellen. Als blijkt dat er inderdaad sprake is van braken, kan dat passen bij veel verschillende ziekten.

In grote lijnen moeten de volgende aandoeningen worden onderscheiden:

Als het een voorheen gezonde volwassen hond betreft en er worden bij lichamelijk onderzoek geen bijzonderheden gevonden, zal de dierenarts in eerste instantie uitgaan van een infectie met een virus (net als bij mensen met buikgriep) en soms parasieten of een bacterie.

In onderstaande gevallen zijn in de voorgeschiedenis, de leeftijd van de hond of bij lichamelijk onderzoek vaak wel aanwijzingen te vinden. Regelmatig is aanvullend onderzoek dan nodig in de vorm van onder andere bloedonderzoek of een echo. Braken door:

1. Prikkeling van een gebied in de hersenen

  • Door gifstoffen
  • Door evenwichtsstoornissen
  • Door een ontsteking of tumor

2. Prikkeling van de keel

  • Door een vreemd voorwerp
  • Door ontsteking of tumor

3. Probleem in de maag

  • Vreemd voorwerp
  • Ontsteking of tumor
  • Liggingsverandering
  • Maagzweren

4. Probleem in de darmen

  • Vreemd voorwerp
  • Ontsteking of tumor
  • Ernstige verstopping (obstipatie)

5. Aandoening van een van de andere organen

Buitenland

Mag mijn hond mee naar het buitenland?

U kunt uw hond meenemen naar het buitenland, maar wij raden het niet altijd aan. Neemt u uw huisdier mee, dan moet u voldoen aan een aantal regels en rekening houden met een aantal risico’s. Afgezien van de behandeling van parasieten, zijn onderstaande maatregelen verplicht.

Reisvoorschriften

Identificatie

  • U moet in het bezit zijn van een Europees paspoort voor gezelschapsdieren, waarin is bijgehouden welke vaccinaties en behandelingen uw dier heeft gehad;
  • U moet over een zeer recente gezondheidsverklaring van uw huisdier beschikken;
  • Uw huisdier moet geïdentificeerd kunnen worden via een chip (of tatoeage).

Rabiës

  • Uw huisdier moet gevaccineerd zijn tegen rabiës (hondsdolheid). Deze vaccinatie moet minstens drie weken voor vertrek gegeven worden en mag bij vertrek niet ouder zijn dan een jaar. Sommige landen willen zelfs dat u door middel van een bloedtestuitslag kunt aantonen dat uw huisdier geënt is tegen rabiës.

Parasieten

  • Daarnaast zijn er in het buitenland allerlei beestjes en ziektes, die hier in Nederland niet voorkomen, maar waar een onbeschermd huisdier wel last van kan krijgen. Vraag ons daarom hoe u uw huisdier het beste kunt beschermen tegen de dieren die deze parasieten verspreiden, zoals hartwormmuggen, zandvliegen, teken en vlooien.

Let op: de wetgeving voor het reizen met huisdieren verandert voortdurend en verschilt per land. Het nemen van sommige maatregelen neemt veel tijd in beslag, soms wel meer dan zes maanden. Vraag ons daarom om een advies op maat.

Link: ambassade.pagina.nl

Wat mee te nemen?

Checklist

  • Verplichte reisdocumenten (Europees dierenpaspoort, rabiësverklaring en een eventuele gezondheidsverklaring)
  • Benodigde vaccinaties
  • Halsbandje met uw vakantieadres of telefoonnummer
  • Middel tegen vlooien en teken
  • Tekenpincet
  • Middel tegen (hart)wormen
  • Eventueel middel tegen reisziekte
  • Goede transportkooi
  • Vers drinkwater voor onderweg
  • Het eigen (dieet)voer van uw huisdier. Plotseling van voer wisselen, kan maagdarmklachten veroorzaken
  • Eet- en drinkbakken
  • Voor honden een mand en/of deken en voor katten een kattenbak en strooisel
  • Hondenpoepschepje en – zakjes
  • Borstel, shampoo en andere verzorgingsproducten
  • Eventueel een muilkorf, een extra riem en speeltjes.
  • Eventuele medicijnen van uw huisdier

Castratie chemisch

Castratie chemisch

Iedere hondeneigenaar met een reu in huis komt een keer voor de keuze: laat ik hem castreren of niet? Een keuze die vaak niet makkelijk is. Hoewel de ingreep niet zo groot is, laten de meeste eigenaren hun reu toch niet zómaar castreren. Castratie van een reu is letterlijk en figuurlijk een gevoelig onderwerp. Voor castratie moet een goede reden zijn. Bovendien kun je een castratie niet even 'uitproberen'. Beide testikels worden verwijderd, dus een chirurgische castratie is definitief.

Redenen voor castratie

  • Dominant gedrag (dus hoge houding) naar andere honden toe.
  • Overmatig en ongewenst seksueel gedrag, zoals veelvuldig rijden op andere honden of tegen mensen aan. Of overal in huis geurvlaggen uitzetten.
  • Onvruchtbaar maken van de reu.
  • Een hardnekkig terugkerende voorhuidontsteking.  


Vroeger was de enige manier om een reu te castreren een chirurgische ingreep. Omdat er nog zaadcellen aanwezig kunnen zijn in de zaadleiders, is het dier na de operatie nog zeer korte tijd in staat nakomelingen te verwekken. Daarna is de reu definitief onvruchtbaar.
Sinds een aantal jaren is in Nederland een alternatief voor chirurgische castratie beschikbaar. Dit alternatief bestaat uit een implantaat dat, net als een identificatiechip, met een naald onder de huid word ingebracht. Het kleine staafvormige implantaat geeft voortdurend een lage dosering hormoon af dat een remmend effect heeft op de productie van de geslachtshormonen van de reu. Het implantaat zorgt daardoor voor een tijdelijke onvruchtbaarheid, die ongeveer 6 maanden duurt. Er is ook een langwerkende implantaat met een werkzaamheid van ongeveer 12 maanden. 

Wel of niet castreren?

Om het effect van castratie op het gedrag van de reu te onderzoeken kan tijdelijke castratie zinvol zijn.

Na het inbrengen van het implantaat treedt, voorafgaand aan de remming, een kortdurende stimulatie op, waardoor de testosteronconcentratie in het bloed kan stijgen. De stimulatie kan al optreden binnen 1-2 uur nadat het implantaat is toegediend. Hierdoor is het mogelijk dat de effecten van testosterongerelateerde processen tijdelijk kunnen toenemen. Bij de meeste honden valt deze stijging niet op, maar sommige reuen kunnen wat drukker worden en (nog meer) typisch reuengedrag laten zien. Bij het merendeel van de reuen daalt het testosterongehalte na 9-21 dagen. Bij het gebruik van het langwerkende implantaat kan het langer duren, soms tot 45 dagen. Zonder testosteron wordt ook de aanmaak van nieuwe spermacellen geremd en het libido (de geslachtsdrift) onderdrukt. De hond wordt daarmee onvruchtbaar en krijgt minder interesse in het vrouwelijk geslacht. Deze onvruchtbaarheid wordt bereikt vanaf ongeveer 6 tot 9 weken na de eerste behandeling. Bij het langwerkende implantaat word de onvruchtbaarheid bereikt vanaf zo'n 8 tot 12 weken na implantatie. Behandelde honden dienen daarom de eerste 9 (respectievelijk 12) weken na de behandeling weggehouden te worden van loopse teefjes.

Net als bij de chirurgische castratie heeft uw reu ook bij het implantaat over het algemeen de neiging wat makkelijker dik te worden. Wij raden u dan ook aan de hond 20-30% minder voer te geven of hem op een voeding te zetten speciaal voor gecastreerde honden.

Sommige honden worden rustiger en minder dominant wanneer het testosteron is gedaald. Net als bij een chirurgische castratie hoeft dit echter niet altijd zo te zijn. In het algemeen geldt dat het blokkeren van de testosteronaanmaak niet altijd tot (de gewenste) effecten hoeft te leiden. Niet alle gedrag is testosterongerelateerd! Zo blijft 27,3% van de chirurgisch gecastreerde honden nog steeds seksueel gedrag vertonen en dekken soms nog een teef. Hetzelfde percentage kan worden verwacht bij toediening van het implantaat. Dekgedrag hoeft namelijk niets met vruchtbaarheid te maken te hebben. Ook uitvallen naar andere honden is zeker niet altijd dominant gedrag of hormoon gestuurd. Het is goed daar vooraf bij stil te staan en u uitgebreid voor te laten lichten door onze gedragstherapeut.

Het implantaat is oplosbaar en raakt na verloop van tijd vanzelf uitgewerkt. Hierdoor is deze vorm van castratie tijdelijk. De werkzaamheid van het middel is te controleren doordat de testikels van de reu na enkele weken (tot maanden, dit wisselt per reu) in grootte zullen afnemen, gemiddeld met ongeveer 30%. De duur van de onvruchtbaarheid is afhankelijk van de individuele gevoeligheid van het dier voor de werkzame stof (biologische variatie), maar duurt ongeveer 6 tot 12 maanden. Als het implantaat is uitgewerkt zal de testosteronconcentratie langzaam stijgen en komt reuengedrag (meestal als eerste) en vruchtbaarheid (enkele weken daarna) weer langzaam terug.

Castratie reu

Castratie reu

De castratie reu is bij Evi dierenartsen een dagopname. ‘S morgens wordt hij (nuchter) gebracht en mag na het uitslapen van de ingreep weer naar huis. Dit is meestal in de loop van de middag. Hieronder staat stapsgewijs beschreven, hoe de ingreep in zijn werk gaat en wat er allemaal bij komt kijken.

Castratie reu stapsgewijze beschrijving:

  • Uw reu wordt binnengeroepen door een van onze paraveterinairen, die hem weegt en een pijnstillende injectie geeft
  • Hij gaat naar zijn hok in de opname, waar hij zal verblijven tot de dierenarts komt
  • De dierenarts onderzoekt de reu voor de narcose
  • De reu krijgt een infuus in zijn poot waarin het narcosemiddel wordt ingespoten
  • Ook krijgt hij nog een tweede pijnstillende injectie
  • Als hij goed slaapt, wordt er een tube (buisje) via zijn bek in de keel gebracht voor extra zuurstof en narcosegas toediening.

Op deze punten onderscheiden wij ons ten opzichte van andere praktijken. Het infuusje, het geven van zuurstof en een extra pijnstiller is  helaas niet overal normaal

  • Het operatiegebied wordt voorbereid door de haren van de balzak en het gebied daar vlak voor te verwijderen en de huid goed te ontsmetten
  • Daarna wordt de reu naar de operatiekamer gebracht en aangesloten op de bewakingsapperatuur, zuurstof en narcosegas
  • De castratie wordt uitgevoerd door middel van een snede in het midden vlak voor de balzak, waardoor beide testikels verwijderd worden
  • Na de ingreep krijgt de reu een prikje in zijn rugspier met een middel om weer wakker te worden
  • Hij wordt meteen ook getemperatuurd en indien nodig krijgt hij een warmtematje en/of lamp in zijn uitslaaphokje
  • De reu mag rustig uitslapen in de opname. Tijdens het uitslapen wordt hij regelmatig gecontroleerd op ademhaling, pols en temperatuur en wordt de operatiewond gechecked
  • Als hij goed wakker is, kunt u hem weer komen ophalen!
  • U krijgt specifieke nazorginstructies voor thuis
  • 10 dagen na de operatie volgt een gratis wond controle.

Zijn u vragen over de castratie reu hiermee niet beantwoordt? Neem dan telefonisch contact met ons op. Bel Evi dierenartsen of stuur een e-mail. Wij geven u graag antwoord op uw vragen over de castratie reu.

Chippen

Moet mijn hond gechipt worden?

Wat is chippen en moet mijn hond gechipt worden?

U moet er niet aan denken, maar u kunt uw hond natuurlijk een keer kwijtraken. Het is daarom verstandig uw huisdier van een chip te voorzien. Het is tegenwoordig ook verplicht. U kunt dan, als uw hond gevonden wordt, snel met uw geliefde huisgenoot worden herenigd.

Waarom chippen?

Een halsband met adresgegevens kan uw hond kwijtraken en kan zelfs gevaarlijk zijn voor uw dier (verstikking). Tatoeages zijn niet altijd goed leesbaar en kunnen worden veranderd. De voordelen van een chip op een rij:

  • Als uw hond gevonden wordt, bent u als eigenaar snel en gemakkelijk te achterhalen. Het chipnummer is namelijk gekoppeld aan uw gegevens;
  • Een chip is fraudebestendig: verwijderen is moeilijk en het registratienummer kan niet worden gewijzigd;
  • Uw hond kan de chip niet verliezen;
  • Uw hond voelt de chip niet;
  • Een chip is niet ontsierend: hij zit immers onder de huid;
  • Ook jonge dieren kunnen worden gechipt;
  • Een chip is verplicht als u met uw huisdier naar het buitenland wilt reizen;
  • Een chip gaat een dierenleven lang mee;
  • De kosten voor het chippen van uw hond vind u in onze tarieven overzicht. Deze kosten worden echter grotendeels vergoed als u uw dier verzekert voor ziektekosten. U kunt de rekening direct door laten sturen naar de verzekeraar.

Let op: Er is al lang over gesproken, maar nu is het zover: vanaf 1 april 2013 geldt er een chip- en registratieverplichting voor honden.  Elke pup die na 1 april 2013 is geboren moet gechipt zijn voor hij 7 weken oud is en geregistreerd worden bij een aangewezen databank voor hij 8 weken oud is.

Hoe werkt het?

De chip is een klein, rond buisje, net iets groter dan een rijstkorrel. De chip wordt met een steriele naald onder de huid van uw hond aangebracht, vaak tussen de schouderbladen. De ingreep is te vergelijken met een eenvoudige injectie, uw hond hoeft dus niet verdoofd te worden.

Als de chip is ingebracht, worden uw gegevens gekoppeld aan het chipnummer van uw hond. Door de chip uit te lezen met een speciale reader, kan dit nummer achterhaald worden. Zo wordt snel duidelijk wie het baasje is van de gevonden hond!

Is uw hond nog niet gechipt? Belt u dan voor een afspraak of boek hem direct online.

Corona-virus

Corona-virus

In april/mei 2020 zijn er dieren positief getest op COVID-19.
Enkele katten en katachtigen zijn positief getest en er zijn bij enkele katten antistoffen gevonden tegen COVID-19, wat betekent dat ze besmet zijn geraakt met het virus. Voornamelijk jonge katten kunnen (milde) luchtwegklachten krijgen, maar geen van de dieren vertoonden ernstige ziekte-klachten. Ook zijn enkele honden positief getest.
Daarnaast zijn er eind april bij twee nertsenbedrijven in Brabant nertsen met COVID-19 gevonden. Deze nertsen zijn besmet geraakt door dierverzorgers met corona-verschijnselen.

Kan ik corona krijgen van mijn dier?

COVID-19 infecties bij dieren lijkt op dit moment vanuit de menselijke populatie te komen.
De verspreiding van kat naar kat is alleen nog in experimenteel onderzoek aangetoond en speelt een verwaarloosbare rol.
Tot op heden zijn er geen infecties gezien die van dieren naar mensen overgedragen zijn, maar dit wordt verder onderzocht.
De verspreiding van dier naar mens lijkt een verwaarloosbaar kleine rol in te nemen in de ziekteverspreiding. Echter; voor de zekerheid en voor uw diergezondheid is het belangrijk om, indien u zelf klachten van COVID-19 vertoont, contact met uw huisdier zoveel mogelijk te vermijden, uw kat binnen te houden en uw handen zeer regelmatig te wassen.
Uw hond mag uitgelaten worden door iemand zonder klachten, hierbij blijft een goede hygiëne erg belangrijk.
Omdat we te maken hebben met een nieuw virus kan deze berichtgeving veranderen over de tijd.

Aanvullende informatie vindt u op de website van het RIVM.

Laatste update 13/10/2020

Diarree bij honden

Diarree bij honden

Diarree kan vele verschillende oorzaken hebben. Hieronder zijn er een aantal opgenoemd. Op basis van uw verhaal en de bevindingen bij lichamelijk onderzoek kan de dierenarts een inschatting maken, wat in het geval van uw hond het meest waarschijnlijk is. Soms zijn aanvullende onderzoeken nodig, zoals ontlastingonderzoek of bloedonderzoek.

Mogelijke oorzaken van diarree bij honden

Virus:

  • Een eenvoudige ‘buikgriep’ veroorzaakt door een Rota- of Coronavirus kan bij alle honden voorkomen, hoewel jonge honden er gevoeliger voor zullen zijn omdat hun weerstand nog minder goed ontwikkeld is.
  • Parvo veroorzaakt zeer ernstige, stinkende, vaak bloederige diarree. De ziekte verloopt veelal dodelijk. Uw pup wordt hier tegen gevaccineerd, maar met name bij dieren uit oost Europa met een ontbetrouwbare vaccinatie-status komt het helaas toch nog regelmatig voor.
  • Hondenziekte (Canine Distemper, een Morbilivirus) kan ook diarree veroorzaken. Ook hiertegen worden honden ingeent/gevaccineerd en de ziekte wordt tegenwoordig gelukkig veel minder gezien in Nederland.

Dieet invloeden:

  • De hond verdraagt bepaalde voeding niet. Dit wordt ook wel voedselintollerantie genoemd.
  • Uw bent gewisseld van voer en het darmstelsel van de hond moet hier nog aan wennen. Daardoor verloopt de vertering niet optimaal en kan diarree ontstaan. Met name bij pups kan dit het geval zijn.
  • Uw hond heeft iets gegeten dat rauw of bedorven was en daardoor is het milieu in de darmen verstoord. Bacteriën die hier vaak bij betrokken zijn: Salmonella en Campylobacter. Dit kan uw hond bijvoorbeeld oplopen door het eten van rauwe kip.

Parasieten:

  • Bij de hond komen regelmatig spoelwormen, haakwormen of lintwormen voor. Zeker als het dier buiten komt en prooien vangt. Het is dus van belang uw dier regelmatig te ontwormen om diarreeklachten hierdoor te voorkomen.
  • Giardia, een eencellig organisme (protozoa) wordt ook regelmatig gezien als verwekker bij diarree. Dit speelt voornamelijk een rol bij jonge dieren, dieren met minder weerstand en honden die in groepen gehuisvest worden, zoals bij een fokker of in een pension.

Ontsteking:

  • Bij volwassen en oudere honden zien we soms problemen met het afweersysteem in de darmen. Hierdoor ontstaat dan een chronische ontsteking, die ook wel Inflammatory Bowel Disease (IBD) genoemd wordt.

Tumoren:

  • Bij oude honden komen soms tumoren van de darmwand voor, zoals maligne lymfoom of tumoren die invloed op de darmen uitoefenen, zoals mastocytoom.

Aandoening van ander orgaan:

  • Aantasting van de alvleesklier, waardoor er een tekort aan verteringsenzymen ontstaat (Exocriende Pancreas Insufficiente = EPI).  Een aangeboren vorm van deze ziekte komt voor bij Duitse Herders.

Drinken veel en plassen hond

Mijn hond drinkt te veel

De klacht van veel drinken en daardoor vaak ook veel plassen, kan onder andere bij de volgende aandoeningen voorkomen:

  • Nierfalen
  • Suikerziekte
  • Leveraandoeningen
  • Baarmoederontsteking
  • Ziekte van Cushing
  • Verhoogd calcium gehalte (door een tumor)
  • Aanmaak van te veel rode bloedcellen
  • Verminderde aansturing van de vochthuishouding (diabetes insipidus)
  • Gedragsprobleem

Om er achter te komen of uw huisdier inderdaad te veel drinkt en te veel plast, zal uw dierenarts naast lichamelijk onderzoek ook urineonderzoek willen doen. Daarnaast kunnen in de urine eventueel ook al aanwijzingen gevonden worden voor de oorzaak van de klacht.

Na dit urineonderzoek volgt in de meeste gevallen ook een bloedonderzoek.

Eikenprocessierups

Eikenprocessierups bij de hond

Let op! we zien nu vrijwel elk jaar weer eikenprocessierupsen. Deze rupsen vormen een risico voor de gezondheid van zowel mensen als dieren. De meeste overlast wordt gezien in de maanden juni tot september.

Deze rupsen hebben loszittende haartjes die voor veel verschillende klachten kunnen zorgen, waaronder:

  • Zwelling, met name van de kopregio
  • Kwijlen
  • Benauwdheid
  • Braken
  • In extreme gevallen kan dit ook leiden tot shock

Het is daarom belangrijk om uw huisdieren goed in de gaten te houden en bij vermoeden van contact met deze rupsen of de haartjes ervan meteen contact op te nemen met de dierenartspraktijk.
Begin wel alvast met het spoelen van de mond en/of andere aangetaste regio’s.
Preventie is altijd beter dan genezen, dus vermijd gebieden waar de rups gesignaleerd is en meld het aan de gemeente als u deze rupsen zelf ergens ziet.

Bij vragen of meer informatie is het altijd mogelijk om onze praktijk(en) hiervoor te benaderen.

Gebit

Gebit hond

Elk dier gebruikt zijn gebit om mee te eten. Het gebit van de hond is bij uitstek geschikt om prooien te vangen en vlees te kauwen. Net als mensen wisselen jonge dieren van een melkgebit naar een volwassen gebit. Bij honden gebeurt dit vanaf ongeveer 12 tot 16 weken leeftijd. Als ze zeven a acht maanden oud zijn, hebben ze alle gebitselementen gewisseld. Soms is de stand van de elementen afwijkend. Dit wordt vooral gezien bij dieren met een korte schedel, zoals de Bulldog. Deze dieren hebben ook vaak een onderbeet, oftewel de onderste snijtanden sluiten voor de bovenste snijtanden langs.

Melkgebit hond: 28 elementen: boven 6 snijtanden, 2 hoektanden, 6 kiezen / onder: 6 snijtanden, 2 hoektanden, 6 kiezen.        

Blijvend gebit: 42 elementen: boven 6 snijtanden, 2 hoektanden, 10 kiezen / onder: 6 snijtanden, 2 hoektanden, 14 kiezen.

Bijna alle dieren ontwikkelen gedurende hun leven wel een keer problemen aan het gebit. Als uw dier regelmatig bij de dierenarts komt voor gezondheidscontrole, zullen deze problemen in een vroeg stadium worden ontdekt. De dierenarts voert namelijk altijd een bekinspectie uit tijdens deze controle, waarbij controle van het gebit een belangrijk onderdeel is. Andere mogelijkheden voor het opmerken van een probleem aan het gebit zijn wanneer uw hond:

  • Niet meer wil eten
  • Zichtbaar moeite of pijn heeft bij het eten
  • Uit de bek stinkt
  • Thuis afwijkingen in de bek laat zien, zoals een afgebroken tand, tandsteen, bulten in de bek, bloed uit de bek of losse tanden

Ook dan is het raadzaam om alsnog naar de dierenarts te gaan voor een gebitscontrole.

Gebitsbehandeling

Gebitsbehandeling bij honden

Welke behandeling er nodig is voor het gebit van uw hond zal afhangen van het gebitsprobleem dat is vastgesteld. U krijgt van de dierenarts in ieder geval een informatiebrief waarmee we u op de hoogte brengen van hoe een gebitsbehandeling in onze kliniek in zijn werk gaat. U krijgt ook een informatieboekje van ons mee waarin u wat meer achtergrondinformatie over het gebit kunt lezen. Daarnaast krijgt u een kostenraming opgestuurd. Deze is gebaseerd op de gebitsafwijkingen die wij bij het wakkere dier hebben kunnen vaststellen en omvat de kosten van narcose, de behandeling tot en met de pijnstilling en een gratis controle na drie weken.

Over het algemeen bestaat een gebitsbehandeling uit de volgende onderdelen:

  • Gebitsreiniging
  • Verwijderen van tanden en/of kiezen
  • Polijsten van de overgebleven tanden en kiezen
  • Drie weken na de behandeling een gratis controle

Voor het uitvoeren van de gebitsbehandeling is het noodzakelijk dat uw huisdier onder narcose wordt gebracht. Omdat hier altijd een klein risico aan verbonden is, onderzoeken we uw dier opnieuw voordat we iets gaan doen. Bij oudere dieren willen we ook graag bloed afnemen om de functie van de nieren en lever te kunnen beoordelen. Alle dieren krijgen een narcose op maat, wat betekent dat een ouder dier een andere narcose krijgt dan een hond van 2 jaar. Ook houden we rekening met bijvoorbeeld een hartprobleem.

Gebitsproblemen

Gebitsproblemen honden

80% van de honden kan vanaf hun tweede levensjaar tandaandoeningen vertonen. Helaas kunnen gebitsproblemen leiden tot aandoeningen van hart, lever en nieren. Tijdens bekinspectie bij uw hond kunnen gebitsproblemen worden vastgesteld.

De ziekten die we aan het gebit kennen zijn:

  • Ontsteking van het tandvlees (gingivitis)
  • Ontsteking van het tandvlees en andere zachte weefsels in de bek (gingivitis-stomatitis)
  • Tandplak en tandsteen
  • Ontstekingen in het kaakbot (paradontitis)
  • Losse kiezen en tanden
  • Afgebroken kiezen en tanden
  • Gaatjes in de kiezen (resorptielaesies)
  • Beschadigingen

Afhankelijk van welk soort gebitsproblemen er wordt vastgesteld bij uw hond, zal in overleg met de dierenarts die zich heeft toegelegd op gebitten een plan voor gebitsbehandeling worden opgesteld.

Gedrag

Gedrag

Is uw hond erg angstig voor bepaalde voorwerpen of geluiden? Gedraagt hij zich agressief naar andere honden? Eet hij alles op wat los en vast zit? Kan uw hond niet goed alleen zijn? Of is hij onzindelijk? Een kleine greep uit de probleemgedragingen die bij honden kunnen voorkomen. Het kan erg vervelend zijn als uw hond ongewenst gedrag vertoont. Gelukkig is het meestal op te lossen.

Uiteraard is het belangrijk om eerst medische oorzaken uit te sluiten. Daarom is het verstandig eerst een controle bij uw dierenarts te laten doen als uw hond zich (plotseling) anders gedraagt. Wanneer er geen lichamelijke oorzaak voor het gedrag gevonden wordt, zal de dierenarts u adviseren contact op te nemen met een gedragsdeskundige.

De hondengedragsdeskundige zal er door middel van uitgebreide vraaggesprekken met u en observatie van de hond, meestal in de thuisomgeving, achter proberen te komen waarom de hond het ongewenste gedrag vertoont. Want pas als duidelijk is wat te achterliggende reden is, kan het gedrag goed afgeleerd worden. Ook bij het afleren van het gedrag zal de gedragsdeskundige u begeleiden. Vaak zal de hond opnieuw getraind moeten worden. Er zijn hier allerlei verschillende mogelijkheden voor, afhankelijk van het soort probleemgedrag en het karakter van de hond.

Wij raden u graag een betrouwbare hondengedragsdeskundige aan.

Gewrichten

Gewrichten

Gewrichtsproblemen kunnen door meerdere oorzaken ontstaan, zoals beschadiging van het gewricht door een ongeluk of verstuiking en door bepaalde ziekten of infecties. Daarnaast spelen erfelijke aanleg, overgewicht en/of overmatige activiteit een belangrijke rol.

Jonge en oude honden

De meeste gewrichtsproblemen komen voor bij oudere honden en bij jonge honden van de grote hondenrassen. Deze laatste groep heeft namelijk een lange groeiperiode en is door het lichaamsgewicht en door erfelijke aanleg gevoeliger voor groeistoornissen. Daarom is vooral voor jonge honden van de grote rassen een zorgvuldig gecontroleerde groei van belang. Een specifieke voeding met een aangepast energie- en calciumgehalte speelt hierbij een rol. Samen met een gecontroleerde hoeveelheid lichaamsbeweging tijdens de groeiperiode vormt dit de beste basis voor gezonde gewrichten.

Artrose

De meest voorkomende vorm van gewrichtsproblemen is de zogenaamde (osteo)artrose, een degeneratieve aandoening waarbij het kraakbeen van een bepaald gewricht wordt aangetast. Maar liefst 20% van de honden van 1 jaar en ouder heeft in meer of mindere mate last van artrose.

Giardia

Giardia hond

Giardia is een eencellige parasiet (een zogenaamde protozoa) die in de darmen  van verschillende zoogdieren (o.a hond en kat) voorkomt. Giardia is regelmatig de verwekker bij terugkerende diarree en speelt voornamelijk een rol bij jonge dieren en dieren met minder weerstand. De parasiet beschadigt de (dunne) darmwand en veroorzaakt een verstoring van de vertering en de opname van voedingsstoffen in de dunne darm, wat leidt tot maag/darmklachten. Besmetting met Giardia ontstaat door opname van eitjes (oocysten). Deze eitjes bevinden zich in uitwerpselen van besmette dieren. Een deel van de dieren is drager zonder zelf klachten te hebben, maar kunnen wel andere dieren besmetten.

Symptomen

Met name jonge dieren of dieren met een verminderde weerstand worden ziek van Giardia. Daarentegen kan een besmetting met Giardia ook symptoomloos verlopen. De volgende symptomen komen voor:

  • (terugkerende) Diarree
  • Slijm of bloed bij de ontlasting
  • Braken
  • Buikpijn
  • Evt. algemeen ziek en sloom
  • Evt. afvallen

Diagnose

De aanwezigheid van Giardia-antigenen bij uw hond kan oa worden getest op onze kliniek met een zogenaamde ELISA-test of SNAP test. Hiertoe dient u een vers ontlastingsmonster in te leveren.

Daarnaast kunnen we u ook vragen 3 dagen ontlasting op te vangen; dit sturen we dan op naar het lab voor een test naar Giardia-cysten in combinatie met andere parasieten.

Therapie

Met medicatie en hygiëne maatregelen is Giardia over het algemeen goed te behandelen. De behandeling van uw hond kan bestaan uit de volgende onderdelen:

  • Een 2-malige 5-daagse kuur met fenbendazol met een tussentijd van 1 week
  • Om herbesmetting (via het likken van de anus) te voorkomen dient de achterhand van uw hond op dag 1,3 en 5 van de kuur gewassen te worden; daarnaast is reiniging en desinfectie van kleedjes, manden, vloeren, materialen e.d. ook erg belangrijk.
  • Alle dieren in het huis moeten behandeld worden
  • Ter bevordering van het herstel kan een speciaal dieet gegeven worden ter ondersteuning van het maagdarmkanaal.
  • In hardnekkige gevallen of wanneer een bijkomende bacteriële infectie wordt vermoed,  voegen we 5 dagen antibiotica toe aan de behandeling.
  • Let daarnaast ook op uw eigen hygiëne omdat mensen ook besmet kunnen raken met Giardia.

Mocht u vragen hebben over uw hond neem dan gerust contact met ons op!

Hart

Hart van de hond

Het hart van de hond is een spierpomp die onderverdeeld is in vier ruimten. Het lijkt veel op ons eigen hart wat functie en structuur betreft. Deze pomp kan bij de geboorte defecten vertonen. Ook kunnen honden op latere leeftijd problemen krijgen aan hun hart. De meest voorkomende verkregen hartproblemen bij de hond worden veroorzaakt door de hartkleppen (ook wel bekend onder de naam ‘klepinsufficiëntie’ of ‘endocardiose’) of de hartspier (gedilateerde cardiomyopathie).

Hartproblemen bij de hond zijn niet te vergelijken met hartproblemen bij de mens. Bij de mens beginnen problemen over het algemeen in de vaten die dichtslibben en een infarct veroorzaken. Honden krijgen gelukkig zelden een hartaanval, maar hebben wel weer andere problemen.

Hartfalen

Hartfalen bij de hond

Klepinsufficiëntie

Klepinsufficiëntie betekent vrij vertaald ‘slecht werkende hartkleppen’. Bij deze afwijking sluiten de hartkleppen van de hond niet goed. Hierdoor stroomt bij elke hartslag een beetje bloed de verkeerde kant op. Gevolg is dat er niet genoeg bloed circuleert om het lichaam te voorzien van genoeg zuurstof. Deze afwijking kan niet verholpen worden, maar het hart kan wel goed worden ondersteund met de juiste medicatie.

Gedilateerde cardiomyopathie

Bij gedilateerde cardiomyopathie is het hart van de hond vergroot. Deze aandoening wordt veroorzaakt door een verzwakte hartspier. Het hart kan minder krachtig kloppen en er komt minder bloed in de bloedvaten. Het lichaam van de hond reageert hierop door de bloedvaten een beetje dicht te knijpen, zodat de bloeddruk op peil blijft. Hierdoor moet het hart echter nog harder werken. Deze vicieuze cirkel kan alleen via medicatie doorbroken worden.

HD / ED Röntgenfoto's

Voor het maken van officiële röntgenfoto’s in het kader van onderzoek naar heup- en elleboogdysplasie, moet een dierenarts aangesloten zijn bij de Raad van Beheer. Op onze locatie Evi dierenartsen Maartensdijk hiervoor terecht. De beoordeling van de foto’s en het uitreiken van het bijbehorende certificaat wordt door de Raad van Beheer zelf gedaan.

Omdat de honden in een bepaalde positie geplaatst worden om de gewrichten zo symmetrisch mogelijk te kunnen beoordelen, maken wij de röntgenfoto’s onder (lichte) sedatie.

Heupdysplasie

  • Bordeaux dog
  • Bullmastiff
  • Duitse dog
  • Landseer ECT
  • Leonberger
  • Mastiff
  • Mastino Napoletano
  • Newfoundlander
  • Pyreneese berghond
  • Sint Bernard

Elleboogdysplasie

  • Labrador retriever
  • Nova Scotia duck tolling retriever
  • Flatcoated retriever
  • Duitse herdershond
  • Rottweiler

Voor een aantal rassen geldt dat er meerdere foto’s per elleboog gemaakt dienen te worden; vier opnamen per elleboog. Dit geld voor de volgende rassen.

  • Golden retriever
  • Chesapeaker Bay retriever
  • Rottweiler
  • Berner Sennenhond
  • Duitse herder
  • Bordeaux dog

Voor alle andere rassen geldt deze regel niet en volstaan twee opnamen per elleboog.

Voorafgaand aan de afspraak voor het maken van de foto’s dient u een account aan te maken op de website van de Raad van Beheer. Nadat wij de foto’s naar hen hebben toegestuurd en zij deze hebben beoordeeld, ontvangt u de uitslag en het certificaat in uw account. Het aanmaken van een account kan via de onderstaande button. 

Heeft u nog vragen betreft het Officiele HD / ED rontgenfoto’s? Neem dan telefonisch contact met ons op of stuur een e-mail naar Evi dierenartsen Maartensdijk.

Huid

Huid van de hond

De huid vormt de barrière tussen het lichaam en de omgeving. Hij beschermt het lichaam van uw huisdier tegen invloeden van buitenaf, zoals stoten en krassen, maar ook tegen irriterende stoffen en ziekteverwekkers. Daarnaast is de huid het orgaan waarmee uw dier warmte, kou en pijn kan registeren en zijn omgeving mee kan ‘voelen’.

Aandoeningen

Door deze beschermende functie heeft de huid het zwaar te verduren en er zijn dan ook veel verschillende aandoeningen van de huid. De meest voorkomende huidproblemen bij de hond zijn hieronder genoemd:

  • Allergie: voor vlooien/voedselbestanddelen/andere zaken in de omgeving
  • Bacteriële infectie: door verwonding of een verminderde huidweerstand als gevolg van een allergie
  • Parasieten: vlooien, teken en mijten, een enkele keer luizen
  • Schimmel: vooral bij honden uit een kennel
  • Tumoren: worden regelmatig gezien bij oudere honden

Een lastige, gecompliceerde aandoening is de allergie. Daarom zal deze wat uitgebreider behandeld worden op de website.

Is mijn hond te dik?

Is mijn hond te dik?

Alle huisdieren hebben een ideaal gewicht voor hun grootte, ras en activiteitenniveau en uw dierenarts kan u vertellen wat dat is. Maar u kunt zelf ook een eerste check doen om te zien of uw huisdier te zwaar is. Honden met overgewicht (tot 15% boven ideaal gewicht) of vetzucht (meer dan 15% boven ideaal gewicht) hebben een grotere kans op gezondheidsproblemen.

Risico's

Overgewicht verhoogt het risico op gewrichtsontsteking, bewegingsproblemen en suikerziekte. Bovendien is de levensverwachting van een hond die te zwaar is gemiddeld twee jaar korter.

Heeft mijn huisdier een goed gewicht?

De lichaamsconditiescore geeft aan of uw huisdier een ideaal gewicht heeft, eronder of erboven zit. Met behulp van de onderstaande schema’s kunt u zien of uw hond  een optimale lichaamsconditiescore heeft.

Twijfelt u of uw hond overgewicht heeft? Ga voor de zekerheid even langs de dierenarts. Een gewichtscontrole is gratis en u weet meteen of uw hond een gezond gewicht heeft.

Net als bij mensen krijgt overgewicht bij huisdieren steeds meer de overhand. Recent onderzoek toont aan dat tot 50% van alle huisdieren te zwaar is, met alle risico’s van dien.

Waardoor wordt toename in gewicht veroorzaakt?

Gewichtstoename is meestal het resultaat van een toename in lichaamsvet. Dit wordt veroorzaakt door te veel eten vaak in combinatie met een gebrek aan beweging. Net als bij mensen slaat het lichaam van een hond of kat vet op als er meer calorieën worden opgenomen dan verbruikt. Hoe meer vet er opgeslagen wordt, hoe zwaarder het dier wordt. Andere factoren die een bijdrage kunnen leveren aan overgewicht zijn:

  • Leeftijd: oudere huisdieren zijn gewoonlijk minder actief en hebben dus minder calorieën nodig.
  • Ras: sommige rassen hebben een grotere neiging om zwaarder te worden, zoals Labrador Retrievers, Cocker – en King Charles Spaniëls, Cairn Terriërs en Beagles en niet-raskatten (Europese Korthaar).
  • Castreren/steriliseren: doordat na castratie/sterilisatie de stofwisseling (metabolisme) verandert, hebben gecastreerde dieren minder calorieën nodig.

Wat de oorzaak van de gewichtstoename ook mag zijn, het is altijd raadzaam advies te vragen aan uw dierenarts.

Te zwaar?

Afvallen begint met de juiste voeding

Als mensen gaan afvallen, moeten ze gezond eten in de juiste hoeveelheden. Hetzelfde geldt voor huisdieren. Zij hebben specifieke dieetvoeding nodig, die hen helpt met afvallen zonder dat ze een tekort aan voedingsstoffen krijgen die essentieel zijn voor een goede gezondheid. Bovendien is het belangrijk dat de honden of katten geen hongergevoel krijgen, omdat ze anders gaan ‘bedelen’. Mocht uw hond of kat overgewicht hebben, dan kan de dierenarts uw huisdier een specifieke voeding voorschrijven waarmee het huisdier op een verantwoorde en geleidelijke manier weer een gezond gewicht kan bereiken.

Doe de gewichtscontrole bij uw dierenarts

Ga eens langs bij uw dierenarts en doe de gewichtscontrole. Ook wanneer uw huisdier geen tekenen van overgewicht toont is het een goed idee om het gewicht regelmatig te laten controleren om er zeker van te zijn dat het ideale gewicht behouden wordt! Mocht er geconstateerd worden dat uw huisdier inderdaad moet afvallen, dan kunt u hierin begeleid worden door een van onze paraveterinairen, die ook voedingsconsulente is.

Heeft u een vraag of wilt u een afspraak maken? Neem contact op of bel 030 ‑ 233 23 20.

Kennelhoest

Kennelhoest

Kennelhoest is een voorste luchtweg infectie bij de hond. Het kan veroorzaakt worden door een aantal virussen en een bacterie, en wordt snel opgelopen als er een hoge infectiedruk is door een dichte hondenpopulatie (zoals in een pension of asiel). Kennelhoest heeft als voornaamste verschijnsel een continue hoesten, die verergert bij opwinding en activiteit. Dit kan ook gepaard gaan met neusuitvloeiing of zelfs met een longontsteking.

Behandeling Kennelhoest

Normaliter is kennelhoest een zelf-limiterende infectie. Dat betekend dat het vanzelf uitdooft zonder dat er antibiotica gegeven hoeft te worden. Een ondersteunende therapie is wel van belang: natvoer geven in plaats van droogvoer om de zere keel te ontzien, uw hond zo rustig mogelijk houden en een borsttuig aanmeten in plaats van een halsband. Op het moment dat er naast hoesten ook andere verschijnselen te zien zijn, of bij het algemeen onderzoek afwijkingen gevonden worden in keelgebied en temperatuur, kan je daarnaast ook ontstekingsremmers en pijnstillers geven. Het is daarom altijd verstandig om langs een dierenarts te gaan als uw hond hoest-klachten heeft. Ook omdat hoesten door andere oorzaken kan komen, zoals hartproblemen. Kennelhoest is infectieus; afhankelijk van de verwekker kan de infectie tot zeker 10 dagen na het stoppen van het hoesten overdraagbaar zijn. De bacterie die kennelhoest bij honden veroorzaakt, kan zelf niesziekte bij de kat geven.

Enten tegen kennelhoest

Tegen kennelhoest kan je vaccineren. Dit gebeurd met een lokale neusenting die 1 jaar werkzaam is. Deze wordt niet standaard gegeven, maar is zeker aan te raden als uw dier naar het pension, hondencursus of naar de honden-uitlaatservice gaat. Vaak is deze enting in die gevallen ook verplicht. Na vaccinatie kunnen sommige honden nog wel kennelhoest krijgen, maar alleen in milde vorm, en zijn ze ook een stuk minder besmettelijk voor andere dieren.

Heeft u vragen over kennelhoest of vragen over het enten tegen kennelhoest laat het ons dat gerust weten.

Leptospirose

Leptospirose

Leptospirose, onder de meeste hondeneigenaren ziekte van Weil genoemd, is een ziekte die wordt veroorzaakt door bacteriën; zogenaamde leptospiren. Een hond kan de ziekte oplopen door contact met de urine van een besmet dier, bijvoorbeeld door het snuffelen aan of eten van gras, of door te drinken uit een plas. De ziekte van Weil is slechts één vorm van leptospirose. In Nederland komen nog andere soorten voor, die onder andere door de urine van besmette muizen, honden, zwijnen enz. worden verspreid. Leptospirose is ook besmettelijk voor de mens (zoönose).

Leptospirose is nooit 100% te voorkomen. De beste manier om de kans op de ziekte te verkleinen is door  tegen de ziekte te vaccineren. Door te vaccineren kunt u uw hond beschermen tegen de in Nederland meest voorkomende stammen. Deze vaccinatie moet jaarlijks herhaald worden.

Let op: Leptospirose is gevaarlijk voor zowel mens en dier!

Longen

Longen van de hond

Functie

De longen zijn het orgaan voor het binnenhalen van zuurstof voor het lichaam en het uitscheiden van de afvalstof CO2. Het hart pompt zuurstofarm bloed naar de longen toe, waar het in de longblaasjes wordt voorzien van verse zuurstof. Tegelijkertijd verlaat de CO2 het lichaam in de uitgeademde lucht.  De longen bestaan uit een linker en een rechter helft, die op hun beurt weer zijn onderverdeeld in verschillende longkwabben.

Symptomen

Wanneer een dier een aandoening aan de longen heeft, wordt dat vaak pas in een later stadium opgemerkt. Dat komt doordat de longen een grote reserve capaciteit hebben. Klachten die opgemerkt worden wanneer een dier last heeft van de longen zijn: hoestenbenauwdheid en geluid maken bij het ademhalen. Benauwdheid bij een dier is te zien doordat de buik erg duidelijk meedoet met ademen (het dier ‘knijpt’  de adem uit de longen), de neusvleugels bij het ademen wijder open gaan staan of het dier met open bek ademt.

Naast longproblemen als gevolg van hartfalen, wordt bij de hond ook regelmatig bronchitis gezien. Daarnaast kunnen uiteraard net als in alle andere organen ook in de longen tumoren voorkomen.

Narcose

Narcose hond

Anesthesie op maat is erg belangrijk. Zo heeft een jonge hond (pup) een andere narcose nodig dan een oude hond. Ook dieren met lichamelijke afwijkingen, denk aan een hartprobleem of suikerziekte, hebben een aangepaste narcose nodig. Wij hebben zeer uitgebreide narcose mogelijkheden, zodat we uw dier altijd op de meest veilige manier onder narcose kunnen brengen.
Ook de monitoring tijdens de narcose is belangrijk. Gedurende de gehele narcose houden wij de hartfunctie, de ademhaling en de temperatuur van uw dier goed in de gaten, met behulp van daarvoor speciaal ontwikkelde apparaten.

Anesthesie omvat alles wat met narcose te maken heeft. Een narcose is altijd uit 3 elementen opgebouwd: slaap, spierverslapping en pijnstilling. Voor een goed herstel na een narcose en een pijnlijke ingreep is de pijnbestrijding van groot belang. Belangrijk is dat de pijn al wordt geremd voordat de ingreep begint. Ook is het van belang dat er verschillende pijnstillers gegeven worden. De pijnstillende injecties geven we indien mogelijk dus al vóór de operatie.

Voordat uw huisdier onder narcose gebracht wordt, onderzoekt de dierenarts uw kat en let daarbij extra op de hart- en longfunctie. Indien er bijvoorbeeld een hartruis wordt waargenomen, kan er geadviseerd worden eerst een echo te laten maken van het hart. Van (oudere) dieren met een hoger narcose risico, of op uw verzoek, nemen we van te voren bloed af om de lever- en nierfunctie te controleren. We kunnen dan eventueel een aangepaste narcose kiezen. Maar ook heel jonge dieren hebben als vanzelfsprekend extra aandacht en een aangepaste narcose nodig, omdat de hart-, long-, lever- en nierfunctie nog niet volledig ontwikkeld zijn.

Wat ons onderscheid

Vrijwel alle dieren krijgen tijdens de narcose een waakbraunule of een infuus in de bloedbaan. Een infuus ondersteunt de bloedsomloop en stimuleert de doorbloeding van de nieren. Ook kunnen we via de braunule snel ingrijpen als dat nodig is. Via het infuus krijgt uw huisdier behalve steriele infuusvloeistof soms ook de narcose middelen en/of pijnstillende injecties toegediend.

Bij de kat worden deze ook wel via een injectie in de rugspier toegediend. Na de injectie valt uw huisdier in slaap en wordt er een buisje in de keel tot net in de luchtpijp aangebracht. Via deze tube krijgt uw huisdier tijdens de operatie 100% zuurstof toegediend. Dit is heel belangrijk, omdat tijdens een narcose het zuurstoftransport naar alle weefsels benadeeld is. Via deze tube kan de dierenarts tijdens de operatie indien nodig ook extra narcosegas (isofluraan) geven. 

Omdat tijdens een narcose de oogleden niet knipperen worden de ogen gezalfd om uitdroging van het hoornvlies te voorkomen. De operatieassistente houdt de lichaamsfuncties van uw huisdier goed onder controle tijdens een narcose. De bewakingsapparatuur meet onder andere de lichaamstemperatuur, het zuurstofverzadigingspercentage in het bloed en de hoeveelheid uitgeademde koolstofdioxide in de uitademingslucht. Tevens loopt er bij alle patiënten tijdens de gehele narcose een ecg (bewaking hartritme) mee op de monitor.

Uw hond ligt tijdens de narcose op een elektrisch verwarmd kleedje, zodat afkoeling tijdens de narcose zoveel mogelijk beperkt wordt. Na een narcose verblijft uw huisdier de rest van de dag in onze opname. Indien nodig krijgt uw huisdier een warmtelamp, een elektrisch verwarmd kleedje en/of een kruik. Onder zorgvuldige toezicht van een assistente worden op een aantal vaste momenten belangrijke lichaamsfuncties van uw huisdier gecontroleerd en op het narcoseverslag genoteerd.

Wanneer u uw huisdier na de narcose naar huis mag, krijgt u nog een specifieke nazorginstructies voor thuis, zodat u thuis rustig kunt nalezen waar u op moet letten. Uw huisdier krijgt indien nodig ook pijnstillers mee naar huis.

Nierfalen

Nierfalen bij de hond

De nieren hebben een aantal belangrijke functies in het lichaam. Ze zorgen voor het filteren en afvoeren van de afvalstoffen die in het lichaam ontstaan bij de stofwisseling. Ook spelen ze een grote rol bij de waterhuishouding van het lichaam: ze houden het bloedvolume en de bloeddruk op peil en regelen hoeveel vocht er dagelijks, in de vorm van urine, wordt uitgescheiden. Daarnaast produceren de nieren een aantal hormonen en regelen ze (samen met vitamine D en de mineralen calcium en fosfor) de botopbouw en -afbraak.

Nieraandoeningen komen relatief vaak voor bij honden. Hoewel ook jonge dieren last kunnen hebben van hun nieren, komen nierproblemen vooral voor bij oudere dieren. De aandoening verloopt meestal chronisch (is langdurig aanwezig), en progressief (de nieren gaan steeds minder goed werken). Volledig herstel is dan niet meer mogelijk. Wel kunnen de problemen lange tijd onder controle worden gehouden met behulp van een goede behandeling door uw dierenarts.

De nieren hebben een grote reservecapaciteit. Belangrijk is om te weten dat uw huisdier pas verschijnselen gaat vertonen, als tweederde van de nierfunctie onherstelbaar verloren is. De klachten worden vooral veroorzaakt doordat de falende nieren de afvalstoffen (voornamelijk afkomstig van voedingseiwitten) niet goed meer uit het bloed kunnen filteren, waardoor deze zich ophopen in het bloed.

Hoe herkent u een nierprobleem? De meest voorkomende verschijnselen bij nierfalen zijn:

Hoe wordt de diagnose gesteld? Uw dierenarts kan via een bloedonderzoek de nierfunctie controleren door de hoeveelheid afvalstoffen (ureum en creatinine) in het bloed te meten. Deze zijn verhoogd als de nieren niet goed meer werken. Ook urine-onderzoek kan nuttig zijn. Een nieraandoening kan beter behandeld worden als deze in een vroeg stadium wordt ontdekt. Daarom is het aan te raden om bij oudere huisdieren regelmatig urine en evt bloed te laten controleren. Dit kan bijvoorbeeld bij de jaarlijkse vaccinatie worden gedaan of bij onze Oudere Hondencheck.

Genezing van een nieraandoening is meestal niet mogelijk. Een juiste dieetvoeding in combinatie met voldoende vochtinname kan wel de nierfunctie ondersteunen, de klachten helpen verminderen en de voortgang van de ziekte helpen vertragen. Daarnaast kunnen ook bepaalde medicijnen de nierfunctie ondersteunen en de klachten verminderen.

Niet eten

Mijn hond wil niet eten

Niet eten kan het gevolg zijn van vele verschillende oorzaken, waarvan de hoofdgroepen hieronder zullen worden weergegeven. Als uw hond eens een dagje eten overslaat is dat geen probleem, tenzij dit gepaard gaat met andere klachten. Ook als uw hond langer dan twee dagen niet eet, is het verstandig om hem na te laten kijken. Bij twijfel raden wij u aan direct te bellen (030 ‑ 233 23 20) voor het maken van een afspraak.

Mogelijke oorzaken voor het niet eten van uw hond:

Koorts: door een virale of bacteriele infectie. Ook een abces of andere ontstoken wonden kunnen koorts veroorzaken.

Misselijkheid: door een probleem in het maag-darm kanaal, zoals een virus (‘buikgriep’), ontsteking, vreemd voorwerp, maagzweer etc. Of door een probleem aan andere organen in de buik, bijvoorbeeld nierfalen of een leverontsteking. Zie hierover ook het symptoom braken.

Pijn: ergens in het lichaam. Dit kan pijn aan een pootje zijn door een ongeluk, maar ook pijn in de bek door losse kiezen of pijn in de buik. Oudere honden kunnen door artrose ook chronische pijn hebben en daardoor minder tot niet meer willen eten.

Stress: als gevolg van algemeen ziek zijn. Uw hond voelt zich dusdanig niet lekker dat hij niet meer wil eten. Maar ook verhuizing, een nieuw huisdier of nieuw gezinslid kunnen oorzaken van stress zijn voor een hond en zorgen dat hij stopt met eten. Vaak zal het dan gepaard gaan met andere symptomen, zoals onzindelijkheid.

Ogen

Ogen hond

De ogen van de hond zijn gemaakt om zowel in daglicht als in het donker goed te kunnen zien. Ze zijn erg gevoelig voor licht. Dit licht komt binnen door de pupilopening en wordt via de ooglens op het netvlies geprojecteerd. Op het netvlies worden door dit licht speciale cellen geprikkeld, die een signaal naar de hersenen sturen en op deze manier ‘ziet’  de hond een beeld.

Oogziekten

Ogen zijn kwetsbare organen. Wanneer er een probleem aan de ogen optreedt bij uw huisdier, is het zaak daarom altijd snel een dierenarts te raadplegen. Ziekten aan de ogen kunnen namelijk snel ‘ ontsporen’, maar gelukkig heeft het oog ook een goed herstellend vermogen. Er zijn veel verschillende aandoeningen aan het oog. De meest voorkomende zijn:

  • Conjunctivitis: een ontsteking van de slijmvliezen rond het oog
  • Ulcus: een ulcus is een beschadiging van het hoornvlies, deze kan oppervlakkig of diep zijn

Andere aandoeningen die regelmatig gezien worden zijn:

  • Glaucoom: verhoging van de oogboldruk (oogboldruk meten noodzakelijk).
  • Netvliesloslating: door langdurig verhoogde bloeddruk of ontsteking (uveïtis)
  • Uveïtis: een ontsteking binnenin het oog

Ontlastingsonderzoek

Ontlastingsonderzoek bij de hond

Als uw huisdier bijvoorbeeld diarree heeft, kan de dierenarts besluiten de ontlasting te onderzoeken. In ons laboratorium kunnen we de ontlasting onder de microscoop bekijken en zoeken naar wormeieren (zoals spoelwormen, haakwormen of lintwormen & hartwormen) en andere parasieten. Meestal zullen we de ontlasting echter opsturen naar een extern laboratorium, waar experts de ontlasting beter kunnen beoordelen.

Ontvlooien

Hoe vaak moet ik mijn hond ontvlooien?

Wanneer uw huisdier zich regelmatig begint te krabben en u kleine zwarte korreltjes in de vacht vindt (vlooienpoep), heeft uw huisdier waarschijnlijk vlooien. De volwassen vlooien die op het lichaam van uw huisdier leven, zijn helaas niet het enige probleem. De larven en eitjes van vlooien zitten namelijk vaak niet alleen in de vacht van uw huisdier, ze liggen ook in uw huis. Slechts een fractie ( 5%) van de vlooien leeft óp uw kat, de rest bevindt zich in de omgeving, uw huis dus! Daarom is het belangrijk vrijwel iedere maand een spot-on middel in de nek van uw huisdier te druppelen. De vlooien die zich uit de eitjes in uw huis ontwikkelen, worden dan gedood zodra zij uw huisdier bijten. Uw dierenarts adviseert u graag over het gebruik van deze spot-on middelen.

Om te voorkomen dat uw huisdier steeds opnieuw besmet wordt, kunt u zijn of haar leefomgeving verder goed schoonmaken en behandelen met een anti-vlooienspray.

Als uw huisdier vlooien heeft, vergeet hem/haar dan niet te ontwormen!

Waarom ontvlooien?

  • Vlooien veroorzaken jeuk bij uw huisdieren, waardoor ze zich gaan krabben. Dit kan haaruitval, kaalheid, korstjes en huidontstekingen tot gevolg hebben;
  • Bij pups en kittens kan een heftige vlooienbesmetting leiden tot bloedarmoede;
  • Vlooien kunnen lintworm overdragen en ze kunnen katten besmetten met de bacterie van de (voor u besmettelijke!) kattenkrabziekte.

Welk ontvlooiingsmiddel?

Helaas zijn er veel middelen in omloop waarmee u onvoldoende resultaat zult boeken. Onze dierenartsen zullen u adviseren over welk middel u het beste kunt gebruiken voor het ontvlooien van uw hond. Dit hangt onder meer af van het gewicht van uw huisdier. Als u bekend bent met het gebruik van ontvlooiingsmiddelen, kunt u natuurlijk met onze kliniek bellen als u een nieuwe kuur nodig heeft. U kunt het middel vaak dezelfde dag nog komen ophalen.

Niet het antwoord wat u zocht? Neem dan telefonisch gerust contact met ons op. Bel of stuur een e-mail. Wij geven u graag antwoord op uw vragen over de ontvlooien van uw hond!

Ontwormen

Hoe vaak moet ik mijn hond ontwormen?

Pas wanneer de infectie ernstig is ziet u of uw hond wormen heeft. U ziet dan mogelijk wormen in de ontlasting of u ziet rondom de anus van de hond (kleine stukjes van) een worm hangen. Wormen zijn een serieus gezondheidsrisico voor zowel dier als mens. Preventief uw hond ontwormen is daarom ontzettend belangrijk.

De informatie op deze pagina vertelt u meer of het belang van ontwormen, hoe vaak u uw hond dient te ontwormen en hoe u kunt ontwormen. Heeft u na het lezen van de informatie nog vragen, dan staat het team van Evi dierenartsen uiteraard voor u klaar!

Wanneer moet u uw hond ontwormen?

Al vanaf slechts 2 weken oud kan een pup preventief worden ontwormd. Pups hebben vaak enkel last van zogenaamde spoelwormen. Moederdieren kunt u het beste tegelijk met de pups ontwormen.

Ook volwassen honden kunnen last hebben van wormen, zoals spoelwormen, haakwormen of lintwormen. De meest levensbedreigende zijn de hartwormen. Deze komt voor in Zuid-Europa, iets om rekening mee te houden wanneer u met uw hond reist.

Volgens Europese richtlijnen (ESCAPP) is er een ontwormingsschema voor uw hond opgesteld. Dit advies ziet u in onderstaand schema.

Ontwormingsadvies hond Evi dierenartsen. Advies op maat nodig? Neem contact met ons op.

Als u na één keer ontwormen (restanten van) wormen in de ontlasting ziet, is het verstandig de ontwormingskuur na drie weken te herhalen.

Is uw hond een enthousiaste jager of voert u vers vlees? Het risico op een besmetting is dan groter. Wij adviseren u om iedere 2 maanden te ontwormen.

Ontworm uw hond in ieder geval ook een week voordat de jaarlijkse vaccinatie. De vaccinatie werkt dan beter.

Waarom moet u uw hond ontwormen?

Uw hond ontwormen is een belangrijk onderdeel van de preventieve zorg voor uw hond. Een worminfectie zorgt namelijk voor serieuze gezondheidsrisico’s. Een besmetting verlaagt de weerstand van een dier, waardoor het vatbaarder is voor andere ziekten. Pups worden belemmerd in hun groei en hun immuunsysteem wordt aangetast waardoor hun leven al beginnen met een achterstand.

Maar uw hond ontwormen doet u ook voor uw eigen gezondheid! Wormen kunnen namelijk ook besmettelijk zijn voor mensen en zijn dus ook voor ons een risico.

Hoe kunt u uw hond ontwormen?

Er zijn verschillende producten om uw hond te ontwormen. Welk product u het beste kunt gebruikt hangt onder andere af van het gewicht van uw huisdier, uw voorkeuren en de ‘levensstijl’ van uw hond. Het team van Evi dierenartsen adviseert u graag.

Bent u al bekend met het gebruik van ontwormingsmiddelen en heeft u een nieuwe kuur nodig? Neem dan contact op met de praktijk zodat wij het alvast voor u kunnen klaarleggen.

Een leven lang gezond met het Dier en Zorg Plan

Door uw hond de juiste preventieve zorg te bieden beschermt u uw dier tegen besmettelijke ziekten en houdt u parasieten buiten de deur. Het Dier en Zorg Plan is een abonnement bij Evi dierenartsen. U betaalt een vast bedrag per maand en bespaart zo jaarlijks op uw vaste dierenartskosten. Onder andere vaccinaties, gezondheidscontroles en behandelingen tegen wormen, teken en vlooien vallen onder het Dier en Zorg Plan.

Gaat u ook voor een leven lang gezond?

Oogboldrukmeting

Oogboldrukmeting bij de hond

In onze kliniek aan de Oudenoord hebben wij een apparaatje, waarmee we de oogboldruk kunnen meten bij patiënten. Als uw dierenarts vermoedt dat de druk in het oog van uw hond te hoog is, zal dat met dit apparaat gemeten worden. In geval van een verhoogde oogboldruk kan dan snel een therapie ingesteld worden, zodat ernstige schade aan het oog hopelijk voorkomen wordt.

Hoe werkt de oogboldrukmeting?

Uw hond wordt op de behandeltafel gezet en zowel zijn lijf als zijn kop moeten vastgehouden worden. Het is namelijk belangrijk dat de hond goed stilzit voor de meting. Het apparaatje wordt recht voor het oog van uw hond gehouden en met een druk op de knop schiet er een stomp staafje te voorschijn. Deze kaatst terug tegen het hoornvlies van het oog. Het apparaat meet met welke weerstand het staafje wordt teruggekaatst en berekent op die manier de druk in het oog. De oogboldruk wordt altijd in beide ogen gemeten en meerdere malen om een zo betrouwbaar mogelijk gemiddelde te krijgen.

Oorontsteking

Oorontsteking hond

Oorontsteking

Het oor is opgebouwd uit een aantal verschillende onderdelen:

  1. De oorschelp en uitwendige gehoorgang, die buiten de kop van de kat liggen
  2. De inwendige gehoorgang tot aan het trommelvlies, in de schedel van de hond
  3. Het middenoor met de 3 gehoorbeentjes (hamer, aambeeld, stijgbeugel), achter het trommelvlies
  4. Het binnenoor, ook wel het  ‘slakkenhuis’ genoemd

Deze indeling maakt meteen ook duidelijk hoe uw huisdier ‘hoort’: de oorschelp vangt het geluid op, dat via de gehoorgang naar het trommelvlies wordt geleid. Daar worden de geluidstrillingen doorgegeven aan de gehoorbeentjes in het middenoor, die de trillingen doorgeven aan de vloeistof in het slakkenhuis. Door de beweging van vloeistof in het slakkenhuis gaan speciale trilhaartjes bewegen en deze signalen worden doorgegeven aan de hersenen, waardoor het geluid wordt gehoord.

Aandoeningen

De bekendste aandoening aan het oor is de oorontsteking, ofwel otitis. Deze kan zowel in de gehoorgang voorkomen (otitis externa) als in het middenoor (otitis media), ook een combinatie van beiden is mogelijk. Daarnaast worden er bij de hond nog wel eens grasaren in het oor gezien. Op oudere leeftijd kunnen ook tumoren van het oor optreden.

Oudere honden check

Oudere honden check

We zorgen in Nederland goed voor onze dieren. Dat merken we bijvoorbeeld aan de steeds ouder wordende honden die we in onze praktijk zien. Helaas weten we allemaal: ouderdom komt met gebreken. Nierproblemen, suikerziekte, een te snel werkende schildklier, hart- en gebitsproblemen of pijnlijke gewrichten: een greep uit de kwalen waar u mee te maken kunt krijgen wanneer uw geliefde huisdier wat jaartjes ouder wordt. Maar hoe herkent u deze problemen en wat kunt u eraan laten doen? Onze ‘Oudere Dieren Check’ biedt uitkomst!

Ouderdomskwalen

Ouderdomskwalen zijn vaak moeilijk te herkennen, omdat ze er als het ware ‘insluipen’: lijkt het nu maar zo of is uw hond de laatste maanden wat afgevallen? Ze slaapt ook steeds meer. En dronk ze nu altijd al zo veel water? Omdat dit soort symptomen zich zo geleidelijk openbaren, zien we helaas regelmatig honden en katten die al behoorlijk lang problemen hebben. Hoe eerder we weten of uw kat iets scheelt, hoe eerder we kunnen ingrijpen en ondersteuning kunnen geven. Katten op leeftijd zijn al iets kwetsbaarder, een extra controle op zijn tijd kan zeker geen kwaad.

Speciaal consult

Om te voorkomen dat uw kat of hond ongemerkt ziek(er) wordt, hebben we voor elke hond ouder dan 8 jaar een speciaal consult in het leven geroepen: De ‘Oudere Honden Check’. Dit consult omvat het volgende:

  • Eerst wordt u een aantal vragen gesteld over het dagelijks functioneren van uw hond*.
  • Daarna voeren we een uitgebreid lichamelijk onderzoek uit bij het dier.
  • We onderzoeken de urine van uw hond op ontstekingswaarden, zuurgraad, suikerziekte en concentratievermogen. Voor dit onderzoek dient u de urine van uw hond thuis op te vangen en mee te nemen naar onze kliniek.
  • Indien nodig nemen we bloed af om de nier- en leverfunctie te onderzoeken. Na het consult brengen onze dierenartsen u op een later tijdstip telefonisch op de hoogte van de onderzoeksuitslagen. Zij bespreken dan ook de eventuele vervolgstappen met u.

De kosten van deze Oudere Hondencheck zijn afhankelijk van de uitgebreidheid van het onderzoek. Het kan zijn dat we op grond van de onderzoeksuitslagen nader onderzoek moeten doen. Denkt u dan bijvoorbeeld aan een (uitbreiding van het) bloedonderzoek, een bloeddrukmeting of een echo van de buik of het hart. Deze kosten zijn niet inbegrepen, maar worden altijd zorgvuldig met u besproken.

De Oudere Hondencheck, zo zijn we er in een vroeg stadium bij! Voor meer informatie kunt u contact opnemen met onze praktijk.

Parasieten

Wat te doen tegen ongewenste gasten bij de hond?

Uw harige huisgenoten kunnen zonder dat u dat in de gaten heeft, last krijgen van ongewenste gasten, ook wel parasieten genoemd. Parasieten zijn kleine beestjes die leven van het lichaam van uw huisdier. Het is niet goed voor uw huisdier om lang met parasieten rond te lopen. Hieronder wordt beschreven waarom het noodzakelijk is uw huisdier te beschermen en te behandelen tegen parasieten.

Wormen

Of uw huisdier wormen heeft, kunt u helaas pas zien als de infectie heel ernstig is. Er komen dan bijvoorbeeld wormen mee met de ontlasting, of u ziet in de buurt van de anus kleine stukjes van een worm hangen.

Waarom ontwormen?

  • Sommige wormen besmetten dieren én mensen. Klik hier voor een beschrijving van veel voorkomende wormen.
  • Pups en kittens die niet ontwormd worden, kunnen ernstig ziek worden en/of een groeiachterstand oplopen.
  • Worminfecties verlagen de weerstand van een dier waardoor het risico op andere ziekten toeneemt.

Hoe vaak ontwormen?

Onze dierenartsen zullen u adviseren over welk middel u het beste kunt gebruiken voor het ontwormen van uw huisdier. Wanneer u de juiste middelen in huis heeft, kunt u onderstaand ontwormingsschema volgen. Dit schema is volgens Europese richtlijnen opgesteld.

* Moederdieren kunt u het beste tegelijk met devpups  ontwormen.

Ontworm uw dier in ieder geval ook een week voordat hij/zij voor de jaarlijkse vaccinatie komt. De vaccinatie werkt dan beter.

Vlooien

Wanneer uw huisdier zich regelmatig begint te krabben en u kleine zwarte korreltjes in de vacht vindt (vlooienpoep), heeft uw huisdier waarschijnlijk vlooien.

Waarom ontvlooien?

  • Vlooien veroorzaken jeuk bij uw huisdieren, waardoor ze zich gaan krabben. Dit kan haaruitval, kaalheid, korstjes en huidontstekingen tot gevolg hebben;
  • Bij pups en kittens kan een heftige vlooienbesmetting leiden tot bloedarmoede;
  • Vlooien kunnen lintworm overdragen en ze kunnen katten besmetten met de bacterie van de (voor u besmettelijke!) kattenkrabziekte.

Hoe vaak ontvlooien?

De volwassen vlooien die op het lichaam van uw huisdier leven, zijn helaas niet het enige probleem. De larven en eitjes van vlooien zitten namelijk vaak niet alleen in de vacht van uw huisdier, ze liggen ook in uw huis. Daarom is het belangrijk iedere maand een spot-on middel in de nek van uw huisdier te druppelen. De vlooien die zich uit de eitjes in uw huis ontwikkelen, worden dan gedood zodra zij uw huisdier bijten. Uw dierenarts adviseert u graag over het gebruik van deze spot-on middelen.

Om te voorkomen dat uw huisdier steeds opnieuw besmet wordt, kunt u zijn of haar leefomgeving verder goed schoonmaken en behandelen met een anti-vlooienspray.

Als uw huisdier vlooien heeft, vergeet hem/haar dan niet te ontwormen!

Teken

Een teek ontdekt u misschien toevallig. Deze beestjes bijten zich vaak vast in de huid van de kop, borst of poten van uw huisdier. Ze verstoppen zich echter ook in bijvoorbeeld de oksels van uw hond of kat.

Waarom behandelen tegen teken?

  • Teken bijten zich vast in de huid om bloed te zuigen en kunnen zo een ontstekingsreactie en jeuk veroorzaken;
  • Teken kunnen ziektes overbrengen, zoals de ziekte van Lyme en de bloedparasiet Babesia.

Hoe vaak behandelen tegen teken?

Teken vindt u in struiken, hoge grassen en bomen. Uw hond of kat kan dus in eigen tuin een teek oplopen. Deze parasiet is vooral actief als het buiten wat warmer is. U hoeft uw huisdier in de winter dus niet tegen teken te behandelen.

In het late voorjaar, de zomer en het begin van het najaar is het verstandig om uw huisdier maandelijks tegen teken te behandelen met een spot-on middel of hem of haar een tekenband om te doen. Wij helpen u graag bij het voorkomen en behandelen van tekenbeten.

Om op de hoogte te blijven van de gebieden waar zich teken bevinden klik hier.

Preventieve zorg

Preventieve zorg Hond

Vaccineren

Vaccineren is maatwerk! Welke vaccinatie uw hond precies krijgt, hangt af van meerdere factoren. Zoals u in het onderstaande standaard vaccinatieschema kunt zien, heeft een volwassen hond ieder jaar een vaccinatie nodig. Wij zullen voor u bij houden wanneer uw huisdier aan de beurt is voor zijn of haar vaccinatie, u krijgt dan een oproep van ons thuisgestuurd.


Heeft u vragen over vaccinaties of over de beschermingsstatus van uw hond, neem dan contact met ons op of maak een afspraak en vergeet het vaccinatieboekje en/of dierenpaspoort niet.

Lees hier meer over de verplichtingen voor het buitenland & pension.
 

Ontwormen

Naast vaccineren is het regelmatig ontwormen van honden ook erg belangrijk.
Wij raden dit om de volgende redenen aan:

  • Voorkomen van gezondheidsproblemen, weerstandsvermindering en groeiachterstand (pups).
  • Voorkomen van besmetting van andere dieren en de mens.

Ontwormingsadvies hond Evi dierenartsen. Contact ons voor eventueel advies.

Ontvlooien

Vlooien veroorzaken jeuk bij uw huisdieren, waardoor ze zich gaan krabben. Dit kan haaruitval, kaalheid, korstjes en huidontstekingen tot gevolg hebben. Bij pups kan een heftige vlooienbesmetting leiden tot bloedarmoede. Wij raden aan maandelijks te ontvlooien.

Onze dierenartsen kunnen u adviseren over welke middelen u het beste kunt gebruiken voor het ontwormen & ontvlooien van uw hond.

Progesteron

Wij zijn verheugd u te kunnen meedelen dat we progesteronbepalingen in onze kliniek Evi dierenartsen Maartensdijk kunnen uitvoeren. We nemen een kleine hoeveelheid bloed bij uw hond af en streven ernaar u binnen 4 uur de uitslag telefonisch door te geven.

Progesteron is een hormoon dat bij de vruchtbare teef door het zogenaamde gele lichaam van de eierstokken wordt afgegeven. Naarmate de eisprong (ovulatie) dichterbij komt, stijgt de concentratie van dit afgegeven hormoon in het bloed en dit kunnen we meten. Door middel van deze progesteronmeting kunnen we het meest geschikte dekmoment van uw teef bepalen. De meting is betrouwbaarder dan bijvoorbeeld het tellen van het aantal dagen dat uw teef loops is.

Het is tevens mogelijk via deze meting te achterhalen of een teef met onbekende voorgeschiedenis al dan niet gesteriliseerd is.

Net zoals alle andere onderzoeken werken we voor deze bepaling op afspraak. De afspraak kunt u maken via telefoonnummer 0346 – 725 998. Ook voor meer informatie over de progesteronbepaling kunt u via dit telefoonnummer bij ons terecht.

Rabiës

Hondsdolheid bij honden

Hondsdolheid bij honden, ook wel bekend als rabiës, is een zeer ernstige infectieziekte. Het is een levensbedreigende ziekte die voor kan komen bij zowel dieren als bij mensen. Gelukkig komt hondsdolheid niet veel meer voor in Nederland, dankzij een strenge vaccinatiecampagne. In andere landen is hondsdolheid bij honden echter nog wel een risico.

Op deze pagina leest u meer over de symptomen van rabiës, hoe te handelen en hoe te voorkomen. Heeft u vragen over hondsdolheid of twijfelt u of uw hond last heeft van de symptomen of nu risico loopt? Neem dan contact met ons op.

Oorzaak hondsdolheid bij honden

In Nederland komt hondsdolheid niet voor, maar in andere landen wel. Vooral honden die mee op reis gaan of honden die vanuit het buitenland naar Nederland komen lopen daarom risico.

Het rabiës virus wordt via speeksel overgedragen. In de meeste gevallen vindt infectie dan ook plaats via een beet van een besmet dier. Ook een hond die zelf een besmet dier heeft gevangen (en gebeten) kan zo besmet worden. Vooral vleermuizen en vossen zijn de boosdoener in Europa, maar ook wasberen en stinkdieren staan bekend als risico.

Symptomen hondsdolheid bij honden

In sommige gevallen vals een met hondsdolheid besmet dier niet eens direct op. Er zijn algemene symptomen, zoals koorts, vermageren en algeheel ziek zijn. Slikken en ademhalen gaat moeilijker.

In een later stadium kan het dier gaan speekselen. Het speeksel kan dan zichtbaar uit de bek lopen.

Het meest opvallend zijn de gedragsveranderingen. Hondsdolheid bij honden zorgt voor agressiever en onrustiger gedrag. Het karakter verandert, ze kunnen mensen en andere dieren aanvallen. Andere opmerkelijke symptomen zijn:

  • Karakteristiek huilen (een continue jankend geluid);
  • Kokhalzen, droge hoest en braken;
  • Een gefixeerde blik;
  • Ongecoördineerd staan en lopen;
  • Extreme reactie op licht en geluid;
  • Verlamming van de tong en onderkaak;
  • Watervrees (dorst, maar kramp in keel/slokdarm).

Er is helaas geen behandeling tegen hondsdolheid bij honden en dier zal dus uiteindelijk altijd te komen overlijden.

Hondsdolheid is ook een risico voor mensen. Omdat honden onvoorspelbaar en agressief worden bestaat er een reële kans dat het virus door een beet wordt overgedragen. Om die reden is preventie in de vorm van een vaccinatie belangrijk en zelfs verplicht!

Diagnose hondsdolheid bij honden

Het is helaas moeilijk om hondsdolheid vast te stellen bij honden. Vaak wordt pas na het overlijden duidelijk dat er sprake was van rabiës.

Wanneer er een sterk vermoeden bestaat dat uw hond in contact is geweest met een besmet dier, neem dan zo spoedig mogelijk contact met ons op. Wij kijken samen met u wat er nodig is. Indien we er snel genoeg bij zijn dan kunnen we behandelen nog voor het virus het zenuwstelsel bereikt.

Heeft uw hond een geldige rabiës vaccinatie? Dan is uw hond gelukkig goed beschermd.

Bent u zelf mogelijk blootgesteld aan rabiës? Bel dan direct uw huisarts en was de wond met zeep en ontsmet met alcohol.

Vaccineren tegen hondsdolheid bij honden

De vaccinatie tegen hondsdolheid bij honden is geen standaard vaccinatie die uw hond als pup krijgt. Gaat u met uw hond op reis? Dan is voor veel landen een rabiës vaccinatie verplicht.

Een hond kan vanaf 12 weken gevaccineerd worden tegen hondsdolheid. Drie weken na de vaccinatie is deze geldig. Houdt er dus rekening mee dat u uiterlijk 21 dagen voor vertrek uw hond laat vaccineren! Dit betekent ook dat u niet op reis kunt met een hond jonger dan 15 weken en dat dieren die uit het buitenland komen officieel dus ook minstens 15 weken oud moeten zijn.

Wanneer u uw hond laat vaccineren tegen hondsdolheid dat zal dit door de dierenarts worden afgetekend in een officieel Europees paspoort. In dit paspoort staat ook het chipnummer van uw hond. Sommige vaccinaties zijn een jaar geldig, anderen 3 jaar. Het rabiësvaccin dat wij geven is 3 jaar geldig. Gaat u na die 3 jaar op reis, dan zult u een nieuwe afspraak moeten maken voor de vaccinatie en ook dan geldt weer dat deze pas na 21 dagen geldig is.

De regels met betrekking tot rabiës en reizen met dieren verschillen per land. Sommige landen vragen bijvoorbeeld ook om een titerbepaling. Een volledig overzicht van de vereisten is te vinden op de website van het Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren (LICG).

Vragen of afspraak inplannen?

Heeft u een vraag over hondsdolheid, twijfelt u of uw hond risico loopt of heeft gelopen of gaat u binnenkort op reis en wilt u een afspraak inplannen? Neem dan contact met ons op of plan eenvoudig online uw afspraak in.

Schimmel

Schimmel bij de hond

Als uw dierenarts vermoedt dat uw hond  last heeft van schimmel, dan zal hiervoor een kweek worden ingezet. Er worden met behulp van een tandenborstel haren verzameld uit de vacht van uw hond, vooral rond de aangedane plekken. De haren uit de tandenborstel kunnen ofwel in ons eigen laboratorium op een kweekbodem worden geplaatst en bebroed of we sturen de tandenborstel in zijn geheel op naar een extern laboratorium. Het voordeel van opsturen naar een extern lab is, dat daar direct ook bepaald kan worden met welke soort schimmel we te maken hebben. Als er groei is op de kweek in ons eigen lab, sturen we die daarom ook altijd nog in naar een extern laboratorium. Weten met welk soort schimmel we te maken hebben is namelijk niet alleen van belang voor de behandeling, maar ook voor u als eigenaar omdat sommige schimmels besmettelijk zijn voor mensen.

Sloom

Slome hond

Sloomheid van uw huisdier is vaak een teken dat hij zich niet lekker voelt. Dit kan vele verschillende oorzaken hebben. Hieronder worden enkele hoofdgroepen besproken:

Koorts: door een virale of bacteriele infectie. Ook een abces of andere ontstoken wonden kunnen koorts veroorzaken.

Misselijkheid: door een probleem in het maag-darm kanaal, zoals een virus (‘buikgriep’), ontsteking, vreemd voorwerp, maagzweer etc. Of door een probleem aan andere organen in de buik, bijvoorbeeld nierfalen of een te snel werkende schildklier. Zie hierover ook het symptoom braken.

Pijn: ergens in het lichaam. Dit kan pijn aan een pootje zijn door een ongeluk, maar ook pijn in de bek door losse kiezen of pijn in de buik. Oudere honden kunnen door artrose ook chronische pijn hebben en daardoor slomer worden.

Hart- of longaandoening: doordat hart of longen niet goed functioneren, wordt het uithoudingsvermogen van uw hond slechter. Ook hierdoor kan een hond zich slomer gaan gedragen.

Sterilisatie (laparoscopisch)

Wat gebeurt er tijdens een (laparoscopische) sterilisatie?

De sterilisatie van uw teef is een dagopname. Uw teef wordt ‘s morgens gebracht (nuchter) en mag na het uitslapen van de ingreep weer naar huis. Dit is meestal in de loop van de middag. Hieronder staat stapsgewijs beschreven, hoe de ingreep in zijn werk gaat en wat er allemaal bij komt kijken.

  • Uw teef wordt binnengeroepen door een van onze paraveterinairen, die haar weegt en een pijnstillende injectie geeft
  • De dierenarts onderzoekt de teef voor de narcose in behandelkamer 2
  • De teef krijgt een infuus in haar poot waarin het narcosemiddel wordt ingespoten
  • Ook krijgt zij nog een tweede pijnstillende injectie
  • Als ze goed slaapt, wordt er een tube (buisje) via haar bek in de keel gebracht voor extra zuurstof en narcosegas toediening

'Wij onderscheiden ons ten opzichte van andere praktijken. Het buisje met zuurstof, de warmtematjes en de controles zijn helaas niet overal normaal'

  • Het operatiegebied wordt voorbereid door de haren van de buik te verwijderen en de huid goed te ontsmetten
  • Daarna wordt de  teef naar de operatiekamer gebracht en aangesloten op de bewakingsapperatuur, zuurstof en narcosegas
  • Bij de laparoscopische sterilisatie worden er in de buik slechts 3 kleine gaatjes (5-10mm) gemaakt i.p.v. 1 grotere snede. Door deze gaatjes worden de eierstokken met behulp van moderne chirurgische apparatuur en een camera verwijderd. De kleine gaatjes worden met een enkele huidhechting gesloten
  • Bij de traditionele sterilisatie wordt uitgevoerd door middel van een snede in het midden van de buik, waardoor beide eierstokken verwijderd worden. Als de baarmoeder er afwijkend uitziet, wordt deze ook weggehaald. De buikwand en de huid worden gesloten door middel van hechtingen
  • Na de ingreep krijgt de teef een prikje in haar rugspier met een middel om weer wakker te worden
  • Ze wordt meteen ook getemperatuurd en indien nodig krijgt ze een warmtematje en/of lamp in haar uitslaaphokje
  • De teef mag rustig uitslapen in de opname. Tijdens het uitslapen wordt zij regelmatig gecontroleerd op ademhaling, pols en temperatuur en wordt de operatiewond gechecked
  • Als ze goed wakker is, kunt u haar weer komen ophalen!

Voor het maken van een afspraak en voor eventuele vragen naar aanleiding van deze informatie bent u van harte welkom contact met ons op te nemen.

Tandenpoetsen

Hoe poets ik de tanden van mijn hond?

Maar liefst 80% van de honden vertoont vanaf het tweede levensjaar problemen met het gebit. Gebitsproblemen kunnen grote gevolgen hebben voor de gezondheid van uw hond. Wilt u het gebit zo gezond mogelijk houden? Start dan met het poetsen van de tanden van uw hond.

Hoe poetst u nou de tanden van uw hond? Het allerbelangrijkste is: neem de tijd! Neem weken, zo niet maanden, de tijd om uw hond te laten wennen aan het tanden poetsen. Pak het stap voor stap aan en ga pas naar een volgende stap wanneer uw hond de vorige stap helemaal accepteert.

Hoe vroeger u begint, hoe meer profijt uw hond ervan zal hebben. Start daarom direct met het aanleren van het tandenpoetsen. Op deze pagina leest u de verschillende stappen die u doorloopt om uw hond te laten wennen, hoe u de tanden poetst en welke producten u daarvoor kunt gebruiken. Aan het eind vindt u bovendien een instructievideo.

Heeft u vragen over het gebit van uw hond of de verzorging ervan? Neemt u dan gerust contact met ons op.

Tandenpoetsen bij uw hond aanleren in 5 stappen

  1. Wrijf met uw vinger onder de wang van uw hond ter gewenning. Zo raken ze bekend met de aanraking op die specifieke plek.
  2. Laat vervolgens uw hond wennen aan de smaak van tandpasta door een klein beetje tandpasta op uw vinger te doen. De tandpasta helpt vooral om het tandenpoetsen beter te accepteren, het heeft namelijk een lekkere smaak. Sommige tandpasta’s bevatten enzymen die bacteriegroei kunnen remmen. De juiste tandpasta is bij ons in de praktijk verkrijgbaar.
    Gebruik nooit mensentandpasta! Dit bevat fluoride en dit is giftig voor honden.
  3. Ga langzaam met uw vinger langs de tanden alsof u deze poetst. Gebruik eventueel een vochtig gaasje om uw wijsvinger of een zachte vingertandenborstel. De zachte tandenborstel is bij ons verkrijgbaar.
  4. Wanneer uw hond aan deze handelingen gewend is kunt u de hoektanden poetsen met een tandenborstel die geschikt is voor uw hond. Wij adviseren u graag over de juiste keuze.
  5. Poets daarna de voortanden en de kiezen.

En nogmaals: het is belangrijk om dit rustig op te bouwen, neem de tijd.

Zo poetst u de tanden van uw hond

Voor het poetsen houdt u uw hond losjes aan de bovenzijde van de kop vast. Trek vervolgens de bovenlip omhoog, zodat u de tanden en het tandvlees kunt zien.

Poets met korte, cirkelvormige bewegingen de buitenkant van de tanden. Vergeet niet om ook het kauwoppervlak en de binnenzijde van de tanden te poetsen. Denk ook aan de achterste kiezen. Deze zijn lastig zichtbaar en zullen op gevoel moeten worden gepoetst. Leg eventueel uw wijsvinger op de tandenborstel, zodat u niet uitschiet.

Meer tips voor een gezond gebit van uw hond

Tijdens de jaarlijkse vaccinatie en gezondheidscontrole controleren we ook altijd het gebit. Om vroegtijdig mogelijk gebitsproblemen te signaleren adviseren we om ook een halfjaarlijkse controle in te plannen. Dit is zeker bij jonge dieren in het eerste jaar erg fijn. Na de eerste vaccinaties zien we ze vaak pas weer op 1-jarige leeftijd, maar tussen de vaccinaties en de eerste verjaardag gebeurt er nog erg veel met het gebit. Tijdens een afspraak op 6 maanden kunnen we onder andere beoordelen of het gebit netjes sluit en of alle tanden mooi zijn gewisseld.

Wist u dat u met ons Dier en Zorg Plan jaarlijks twee gezondheidscontroles en een onbeperkt aantal gebitscontroles kunt inplannen?

Wat als tandenpoetsen bij uw hond niet lukt?

Poetsen blijft de mooiste manier om het gebit schoon te houden, maar niet getreurd wanneer dit niet lukt. Er zijn gelukkig alternatieven. Alles om het gebit zo lang mogelijk gezond te houden!

Zo is er goede voeding van Hill’s, namelijk Hill’s t/d brokken. Deze brokken zijn wat groter en hebben een aangepaste vorm, structuur en samenstelling welke helpen de tanden te reinigen en de vorming van tandsteen tegen te gaan. Deze voeding is bij ons verkrijgbaar.

Daarnaast zijn er pasta’s van bijvoorbeeld Dentisept of Anident. Deze bevatten chloorhexidine, een bacteriedodend ontstemmingsmiddel. Door het wegkauwen en slikken van de pasta worden de tanden gereinigd.

Buccofresh is een supplement in de vorm van een poeder dat u door het eten kunt doen. Het voorkomt de opbouw van tandsteen.

Het helpt ook om het wangslijmvlies te masseren. Dit stimuleert de doorbloeding van de slijmvliezen waardoor er meer speeksel wordt aangemaakt.

Instructievideo

Deze instructievideo van Virbac laat u zien hoe het tandenpoetsen in zijn werk gaat.

Heeft u vragen over het tandenpoetsen?

Wij helpen u graag! We kunnen u voorzien van een goed advies met betrekking tot de juiste producten en voeding. Maakt u gebruik van het Dier en Zorg Plan? Dan kunt u altijd een gratis gebitscheck bij een van de assistenten inplannen.

Urine

Urine hond

De urine van uw huisdier wordt onderzocht in ons eigen laboratorium. Met behulp van een stickje
kijken we naar de aanwezigheid van bijvoorbeeld: suiker, eiwitten, de zuurgraad, rode en witte bloedcellen en natuurlijk hoe waterig de urine is.

Als er suiker in de urine zit, kan dat wijzen op suikerziekte en moet dat nader onderzocht worden. Eiwitten en bloedcellen kunnen iets zeggen over een eventuele ontsteking. Maar de aanwezigheid van eiwitten kan samen met het waterig zijn van de urine ook wat zeggen over bijvoorbeeld nierfalen. Als de dierenarts uw huisdier verdenkt van een blaasontsteking zal er ook altijd microscopisch onderzoek van de urine plaatsvinden om de urine te controleren op blaasgruis.

Een bacteriekweek van de urine doen we in principe zelf, maar meestal sturen we een positieve kweek aansluitend op naar een extern laboratorium voor gevoeligheidsbepaling van de bacterie voor verschillende soorten antibiotica.

Als we uw huisdier verdenken van een bepaalde stofwisselingsziekte kunnen we ook een hormoonbepaling laten doen.


Urine met witte en rode bloedcellen en eiwitten erin. In het microscopisch onderzoek troffen we bacterien maar ook kristallen aan. DierGezondheidsCentrum Hilversum adviseert een verder betreft een juiste voedingskeuze.

Urine opvangen

Wanneer u urine opvangt van uw reu of teef zie we het liefst het eerste plasje van de ochtend, dit vertelt ons namelijk het meest of de concentratie.

Vaccineren

Wanneer moet ik mijn hond laten vaccineren?

Om een dier te vaccineren moet het volledig gezond zijn. Voorafgaand aan elke vaccinatie voeren wij daarom een uitgebreide gezondheidscontrole uit. Onze dierenartsen kijken onder meer naar het gebit, de ogen, de oren, de ademhaling, het hart, de lymfeknopen, de huid, het bewegingsapparaat en de voedingstoestand. Eventuele afwijkingen bespreken wij met u en noteren wij in het patiëntendossier. Tijdens dit onderzoek kunt u de dierenarts natuurlijk ook al uw eventuele vragen stellen.

Na de gezondheidscontrole overleggen we met u welke vaccinaties voor het komende jaar zinvol zijn. Dit hangt af van de gezondheid van uw hond, maar bijvoorbeeld ook van een eventueel bezoek aan het buitenland of een pension. We streven er dus naar alleen de noodzakelijke vaccinaties toe te dienen. Vaccineren is namelijk maatwerk!

Tip: ontworm uw hond een week voor de vaccinatie, dan werkt het vaccin beter!

Wanneer vaccineren?

Zoals u in het vaccinatieschema kunt zien, heeft een volwassen hond ieder jaar een vaccinatie nodig. U krijgt dus ieder jaar een oproep van ons thuisgestuurd, zodat u niet vergeet langs te komen. Welke vaccinatie uw hond precies krijgt, verschilt per situatie. Het standaard vaccinatieschema voor de hond ziet er als volgt uit:


Daarnaast kunt en moet u uw hond soms ook tegen een aantal andere ziekten laten vaccineren:

Rabiës

  • Het is wettelijk bepaald dat uw hond gevaccineerd moet zijn tegen hondsdolheid (rabiës) als u met uw hond naar het buitenland gaat. Uw hond moet ten tijde van de vaccinatie wel ouder zijn dan drie maanden. Deze vaccinatie moet minstens drie weken voor vertrek gegeven worden en mag bij vertrek niet ouder zijn dan een jaar. Sommige landen willen zelfs dat u door middel van een bloedtestuitslag kunt aantonen dat uw huisdier geënt is tegen rabiës. De vaccinatie tegen rabiës geeft 3 jaar lang bescherming.

Bordetella bronchiseptica

  • Deze bacterie is een van de verwekkers van kennelhoest. Indien uw hond in contact komt met een grote groep honden, is het verstandig uw hond extra te beschermen tegen Bordetella bronchiseptica. Soms mag uw hond zelfs alleen ergens verblijven als hij gevaccineerd is tegen Bordetella bronchiseptica.

Ziekte van Weil

  • Als uw hond in contact kan komen met wilde knaagdieren en veel zwemt in stilstaand water, is het verstandig uw hond in plaats van jaarlijks, ieder half jaar te vaccineren tegen de ziekte van Weil.

Als u twijfelt over de vaccinaties en de beschermingsstatus van uw hond, belt u dan met een van onze klinieken of maak een afspraak en neem het vaccinatieboekje en/of dierenpaspoort mee.

Vergiftigingen

Vergiftigingen bij de hond

Vergiftigingen kunnen veel uiteenlopende verschijnselen geven waardoor ook de behandeling sterk kan verschillen. Evi dierenartsen heeft een aantal (veel) voorkomende vergfitigen bij de hond op een rijtje gezet:

Rattengif/muizengif vergiftiging

1. Giftige stof 

  • Warfarine
  • Dicoumarol
  • Brodifacoum
  • Diphacinone e.d.

Symptomen

  • Bloedingen vanaf +-48h na inname
  • Kan bv sloomheid, benauwdheid en moeilijk bewegen als gevolg geven

Giftige dosis

  • Verschilt per stof
  • Advies is bij iedere inname contact op te nemen met uw dierenarts

Antigif 

  • Vitamine K (moet vaak langdurig gegeven worden).

Therapie

  • Laten braken (per injectie bij de dierenarts; zinvol tot 4 uur na inname)
  • Toedienen van geactiveerde kool (Norit)
  • Vitamine K op basis van stollingstijden
  • Zo nodig opname en plasma/bloedtransfusie

2. Giftige stof

  • Alfa-chloralose

Symptomen 

  • Ontstaan zeer snel (binnen 1-2 uur) en zijn neurologisch van aard, zoals incoördinatie, trillingen, speekselen, toevallen, coma, ademhalingsdepressie.

Antigif

  • nvt4Giftige dosis: verschilt per dier 
  • Advies is bij iedere inname contact op te nemen met uw dierenarts.

Therapie

  • Laten braken (per injectie bij de dierenarts; <1 uur na inname)
  • Toedienen van geactiveerde kool (Norit)
  • Zo nodig opname en symptomatische behandeling tegen toevallen en goede bewaking van lichaamstemperatuur

Druiven en rozijnen vergiftiging

Giftige stof

  • Onbekend

Symptomen

  • Braken
  • Diarree
  • Gevolgd door acuut nierfalen (anorexie, sloomheid, veel drinken).

Giftige dosis

  • Verschilt sterk per dier; advies is bij iedere inname contact op te nemen met uw dierenarts.

Antigif

  • nvt

Therapie

  • Laten braken (per injectie bij de dierenarts; liefst zo snel mogelijk, kan effect hebben tot 8 uur na inname)
  • Toedienen van geactiveerde kool (Norit)
  • Zo nodig opname voor infuus en het spoelen van de nieren

Chocolade vergiftiging

Giftige stof

  • Theobromine (zit in cacao)

Symptomen

  • Braken
  • Diarree
  • Gevolgd door hijgen, onrust, spiertrillingen, hartritmestoornissen, toevallen, overlijden.

Giftige dosis

  • Verschilt sterk per dier; advies is bij iedere inname van melk of pure chocolade contact op te nemen met uw dierenarts.
  • Het risico op problemen na het eten van witte chocolade is wel zeer klein.

Antigif

  • Nvt 

Therapie

  • Laten braken (per injectie bij de dierenarts; liefst zo snel mogelijk, kan effect hebben tot 2-4 uur na inname)
  • Toedienen van geactiveerde kool (Norit)
  • Zo nodig opname voor infuus en symptoombestrijding van hartritmestoornissen en trillingen

Pijnstiller vergiftiging

Giftige stof

  • Pijnstillers voor mensen (bv ibuprofen, neurofen, diclofenac, strepfen) of een te veel van de eigen medicijnen (bijvoorbeeld rimadyl/metacam).

Symptomen

  • Dronkenmansgang
  • Braken
  • Diarree
  • Misselijkheid
  • Maag- en darmzweren (bloedingen)
  • Lever- en nierfalen
  • Depressie

Giftige dosis

  • Verschilt per stof; advies is bij iedere inname of overdosering contact op te nemen met uw dierenarts

Antigif

  • Nvt

Therapie

  • Laten braken (per injectie bij de dierenarts; liefst zo snel mogelijk)
  • Toedienen van geactiveerde kool (Norit)
  • Zo nodig opname voor infuus en symptoombestrijding

Paracetamol vergiftiging

Giftige stof

  • Paracetamol

Symptomen

  • Leverfalen
  • Levensbedreigende bloedarmoede
  • Nier- en hartbeschadiging
  • Donkere slijmvliezen
  • Rode urine

Giftige dosis

  • >150 mg/kg

Antigif

  • Acetylcysteine (tablet, infuus) (+ SAMe)

Therapie

  • Laten braken (per injectie bij de dierenarts; liefst zo snel mogelijk)
  • Maagspoelen indien nodig
  • Zo nodig opname voor infuus en symptoombestrijding (bv zuurstof en vitamine C)
  • Bij gebruik van orale acetylcysteine geen Norit geven

Drugs vergiftiging

Giftige stof

  • Wiet
  • Hash
  • XTC
  • Amfetaminen
  • Cocaine etc

Symptomen

  • Vergelijkbaar als bij de mens

Giftige dosis

  • Verschilt per stof

Antigif

  • Bij opiumachtige stoffen: buprenorfine / naloxon

Therapie

  • Laten braken (per injectie bij de dierenarts; liefst zo snel mogelijk)
  • Toedienen van geactiveerde kool (Norit)
  • Zo nodig opname voor infuus en symptoombestrijding en/of behandelen met antigif

Neem telefonisch contact met ons op wanneer u het vermoeden hebt dat uw kat is vergiftigd!

Verzekeren

Verzekeren van mijn hond

U bent niet verplicht uw hond te verzekeren, maar wij raden het u in sommige gevallen wel aan. Gezond voer, speeltjes en een fijne mand om in te slapen zijn natuurlijk heel belangrijk, maar u wilt ook medische hulp ontvangen als uw hond ziek wordt of een ongeluk krijgt. Als u uw huisdier verzekert, komt u bij de kassa niet voor nare verrassingen te staan en kunt u uw geliefde huisgenoot vrijwel altijd de zorg geven die het nodig heeft en verdient.

Waarom verzekeren?

De ziektekosten voor uw hond kunnen hoog oplopen bij een ongeval of ernstige ziekte. Wanneer u uw hond verzekert, krijgt u een groot deel van de gemaakte kosten terug van de verzekeraar. Sommige dierverzekeraars keren zelfs direct uit aan uw dierenkliniek. U hoeft uw nota dan dus niet eens meer zelf voor te schieten! Verzekeren is dus niet alleen goed voor uw trouwe viervoeter, het is ook goed voor u.

Wanneer verzekeren?

Veel huisdiereigenaren denken pas aan een verzekering als hun dier al ziek is of gewond is geraakt. U kunt uw huisdier dan natuurlijk alsnog verzekeren, maar u zult dan wel een flinke premie moeten betalen. Bovendien hanteren de meeste dierverzekeraars na de ingangsdatum van de polis een wachttermijn van dertig dagen. Op enkele uitzonderingen na, vallen ziektekosten die in deze periode worden gemaakt, niet onder de dekking.

Het beste moment om een verzekering voor uw hond af te sluiten, is dus direct bij de aanschaf van uw nieuwe huisgenoot. De kosten voor het verzekeren van een jong en gezond dier, liggen namelijk aanzienlijk lager dan die van een ouder dier. De leeftijd bij inschrijving is dus bepalend voor de premie, ongeacht hoe oud uw hond wordt. De kosten van de verzekering hangen verder vaak af van het ras, het gewicht, de leeftijd en het geslacht van uw hond.

Welke verzekering/verzekeraar?

Net als bij humane verzekeringen dient u voordat u een verzekering afsluit voor uw hond, de polisvoorwaarden goed te bestuderen. Het is per dier namelijk verschillend welke verzekering geschikt is. Het afsluiten van minimaal een ziektekostenverzekering en een ongevallenverzekering is echter wel raadzaam. De meeste verzekeraars bieden verzekeringen voor ziektekosten, overlijden, reizen en ongevallen. U kunt dus zelf kiezen welke dekking bij u past en welke aanvullende dekkingen u eventueel af wilt sluiten.

Er zijn in Nederland een aantal betrouwbare verzekeringsmaatschappijen. Op de website huisdierenverzekeringen kunt u ze vergelijken. Vraag ons bij twijfel gerust naar onze ervaringen met huisdierverzekeringen.

Verzekeraars stellen het chippen van uw huisdier verplicht. Is uw huisdier nog niet gechipt? Vraag ons dit dan te doen tijdens uw eerste bezoek na ingang van de polis!

Vlooien

Vlooien bij de hond

Voorkomen van vlooien

Wanneer uw huisdier zich regelmatig begint te krabben en u kleine zwarte korreltjes in de vacht vindt (vlooienpoep), heeft uw huisdier waarschijnlijk vlooien.

Waarom ontvlooien?

  • Vlooien veroorzaken jeuk bij uw huisdieren, waardoor ze zich gaan krabben. Dit kan haaruitval, kaalheid, korstjes en huidontstekingen tot gevolg hebben;
  • Bij pups en kittens kan een heftige vlooienbesmetting leiden tot bloedarmoede;
  • Vlooien kunnen lintworm overdragen en ze kunnen katten besmetten met de bacterie van de (voor u besmettelijke!) kattenkrabziekte.

Welk ontvlooiingsmiddel?

Onze dierenartsen zullen u adviseren over welk middel u het beste kunt gebruiken voor het ontvlooien van uw hond. Dit hangt onder meer af van het gewicht van uw huisdier. Als u bekend bent met het gebruik van ontvlooiingsmiddelen, kunt u natuurlijk met onze kliniek bellen als u een nieuwe kuur nodig heeft. U kunt het middel vaak nog dezelfde dag komen ophalen.

Hoe vaak ontvlooien?

De volwassen vlooien die op het lichaam van uw huisdier leven, zijn helaas niet het enige probleem. De larven en eitjes van vlooien zitten namelijk vaak niet alleen in de vacht van uw huisdier, ze liggen ook in uw huis. Slechts een fractie ( 5%) van de vlooien leeft óp uw hond, de rest bevindt zich in de omgeving, uw huis dus! Daarom is het belangrijk iedere maand een spot-on middel in de nek van uw huisdier te druppelen. De vlooien die zich uit de eitjes in uw huis ontwikkelen, worden dan gedood zodra zij uw huisdier bijten. Uw dierenarts adviseert u graag over het gebruik van deze spot-on middelen.

Om te voorkomen dat uw huisdier steeds opnieuw besmet wordt, kunt u zijn of haar leefomgeving verder goed schoonmaken en behandelen met een anti-vlooienspray.

Als uw huisdier vlooien heeft, vergeet hem/haar dan niet te ontwormen!

Vuurwerkangst

Vuurwerkangst bij honden

Waar wij als mens vaak uitkijken naar de feestvreugde tijdens Oud & Nieuw is dit voor veel honden allesbehalve een fijne periode. Heeft uw hond last van vuurwerkangst? Lees dan de tips en adviezen op deze pagina.

Is uw hond bang en werken de adviezen op deze pagina onvoldoende? Neem dan vooral contact met ons op. We gaan dan samen met u op zoek naar een manier om deze periode zo stressvrij als mogelijk door te komen, eventueel ondersteund met (medische) hulpmiddelen.

 

Tips voor honden met vuurwerkangst

  1. Laat een hond met vuurwerkangst nooit alleen achter. Probeer thuis te blijven bij uw hond wanneer u vermoedt dat er vuurwerk afgestoken gaat worden of zorg dat er een andere volwassene thuis is.
  2. Informeer uw buren over de angst van uw hond, bijvoorbeeld met borden bij de ramen en deuren. Wellicht dat u uw buren kunt vragen of zij afstand van uw huis kunnen houden wanneer ze vuurwerk willen afsteken.
  3. Laat uw hond tijdig uit op oudejaarsavond en zorg dat uw hond aangelijnd is, zodat hij niet weg kan rennen als hij schrikt. Het wegrennen is zelf-belonend gedrag. De hond lost het probleem zelf op door afstand te creëren tussen hemzelf en de angstprikkel. In het vervolg zal hij daarom mogelijk vaker wegrennen.
  4. Sluit uw ramen en gordijnen en houdt deuren dicht. Hiermee dempt u de geluiden en de lichtflitsen. Wist u dat er ook oordoppen, koptelefoons en speciale brillen zijn ontwikkeld voor honden? Uw hond moet wel getraind worden om deze hulpmiddelen te dragen, gebruik deze daarom nooit zomaar en overleg met de dierenarts.
  5. U kunt wat lampen laten branden en de radio of televisie inschakelen. Ook dit dempt geluiden van buiten.
  6. Probeer zelf altijd rustig te blijven, ook wanneer u zelf enige angst voor vuurwerk hebt. U geeft zo het beste voorbeeld aan uw hond.
  7. Creëer een veilige plek in huis voor uw hond en train uw hond om daar naartoe te gaan wanneer hij rust zoekt. Later op deze pagina leest u meer over het creëren van zo’n veilige plek.
  8. Het is belangrijk om een dier niet te belonen voor angstig gedrag. Raakt uw hond volledig in paniek? Aai hem dan niet, maar houdt hem stevig vast. U kunt hem masseren met lange, diepe bewegingen wanneer u denkt dat dit lijkt te helpen. Let wel op! Een hond die erg in paniek is en echt weg wilt, kan bijten.
  9. U hoeft uw hond natuurlijk niet te negeren als hij angst vertoont. Leidt uw hond naar zijn veilige plek en praat op een normale, kalme manier tegen hem. U kunt uw hond proberen af te leiden door te spelen, dan wordt het vuurwerk gekoppeld aan iets positiefs.
  10. Blijft uw hond rustig wanneer er vuurwerk wordt afgestoken? Beloon de hond dan flink! Ook wanneer hij even naar de bron van het geluid kijkt, maar snel weer herstelt.

 

Medicatie en supplementen voor honden met vuurwerkangst

Heeft uw hond last van vuurwerkangst? Neem dan contact met ons op. Er zijn diverse (medische) hulpmiddelen die kunnen helpen om de angst te verminderen. Zo zijn er speciale voedingsmiddelen en supplementen en is er medicatie op recept verkrijgbaar bij ernstige vormen van vuurwerkangst. Wij kijken graag samen met u welke middelen het beste zijn voor uw hond.

De meeste van deze middelen werken het beste wanneer ze 4 tot uiterlijk 2 weken van tevoren al worden opgestart. Neem daarom tijdig contact met ons op.

 

Creëer een veilige plek voor uw hond met vuurwerkangst

Door een plek te creëren waar uw hond zich kan terugtrekken zorgt u voor een veiliger gevoel bij uw hond. Zo kunt u een veilige plek maken:

  1. Kies een plek in de buurt van mensen, maar zo ver mogelijk bij ramen en deuren vandaan. Of kies een kleine ruimte in huis waar licht en geluid minder binnenkomen, zoals de badkamer.
  2. Leg op deze plek het favoriete kleed of kussen van uw hond neer.
  3. Train uw hond (ruim van tevoren) door regelmatig naar de veilige plek te lopen met iets lekkers en zorg dat het dier deze traktatie ziet. Voordat uw hond de veilige plek in loopt geeft u het commando “plek” of een ander woord dat nog niet bekend is bij de hond. Loopt uw hond de veilig plek in, beloon dan met wat lekkers. Herhaal deze oefening minstens 2 tot 3 keer per dag voor minimaal 1 tot 2 weken totdat uw hond het commando volledig begrijpt. Daarna kunt u af en toe belonen met een botje of gevulde Kond zodat de hond wat langer op de plek blijft.
  4. Wordt uw hond onrustig tijdens oudejaarsdag? Geef dan het commando voor de veilige plek en leid hem daar naartoe wanneer hij er niet zelf al heen gaat. Geef wat lekkers om uw hond af te leiden. Heeft de hond hier geen interesse in? Laat het dan gewoon liggen, het kan best zo zijn dat hij dit later wel pakt. Dwing uw hond nooit om naar de veilige plek te gaan, want dan wordt de plek eng.
  5. Zorg ervoor dat uw hond altijd bij de veilige plek kan, ook wanneer u niet thuis bent.
  6. Maakt u gebruik van een bench? Zorg dan dat de deur van de bench altijd open staat en maak deze zo geluidsdicht mogelijk met behulp van bijvoorbeeld dekens.

Wanneer bovenstaande adviezen onvoldoende helpen, dan is het verstandig om contact te zoeken voor een uitgebreider advies met eventueel (medische) hulpmiddelen.

 

Vragen over vuurwerkangst bij uw hond?

Mocht bovenstaande informatie uw vragen niet beantwoorden of onvoldoende helpen, neem dan gerust contact met ons op. Wist u dat u ons voor niet-dringende vragen ook kunt bereiken via WhatsApp, Facebook, Instagram, e-mail of een bericht via de website? Op werkdagen wordt uw vraag dan vaak binnen 24 uur beantwoord!

Wormen

Wormen

Hieronder vindt u een overzicht van veel voorkomende wormen bij honden. U kunt hier lezen hoe uw huisdier besmet kan raken met deze parasieten. Hoe vaak moet ik mijn hond ontwormen?

Spoelworm

De spoelworm is de meest voorkomende worm bij hond en kat. Pups en kittens kunnen al in de baarmoeder besmet raken, en besmetting vindt ook vaak plaats via de moedermelk. Eitjes van de spoelworm liggen verder op de vreemdste plaatsen en blijven kleven aan schoenen of pootjes. Als uw hond of kat deze eitjes binnenkrijgt – bijvoorbeeld wanneer hij zich wast -, komen de eitjes ongemerkt het maagdarmkanaal binnen. Ook het eten van geïnfecteerde prooidieren veroorzaakt besmetting.

Mensen kunnen ook besmet raken met de spoelworm.

Lintworm

Besmetting met de lintworm vindt plaats wanneer uw huisdier geïnfecteerde vlooien oplikt of geïnfecteerde prooidieren (zoals vogels of muizen) opeet.

De vossenlintworm kan ook bij de mens ernstige problemen veroorzaken.

Haakworm

De haakworm komt vooral voor in Zuid-Europa, maar kan ook in Nederland worden aangetroffen. Deze worm dringt via de huid of de slijmvliezen naar binnen om dan via de bloedbaan de darm te bereiken. Besmetting is mogelijk via de moedermelk of door contact met besmette uitwerpselen.

Haakwormen kunnen ook het menselijk lichaam binnendringen, maar dit gebeurt zelden.

Hartwormen

Middels een filmpje, maken we u bewust van de risico's van hartwormen bij honden.

Zes maanden check

Zes maanden check hond

Uw pup is nu enkele maanden bij u, heeft de eerste vaccinaties gehad en is gewend aan de dagelijkse gang van uw huishouden. Het eerste jaar is een zeer belangrijke periode in het leven van uw hond. Uw dier zit volop in zijn of haar ontwikkeling, de socialisatie is achter de rug en het permanente gebit is aanwezig. Een goed moment om te controleren of het goed gaat met uw huisdier! Daarbij heeft u misschien vragen over het gedrag of vraagt u zich af of u nog moet ontwormen, wanneer de vaccinaties herhaald moeten worden en of het moment al is aangebroken dat hij of zij gecastreerd kan worden (bij vrouwtjes ook wel sterilisatie genoemd).

Gezondheidscontrole

Om deze redenen hebben we het 6-maandenconsult in het leven geroepen. Tijdens dit consult bespreken we samen hoe het afgelopen maanden gegaan is met uw jonge huisdier. Onderwerpen als het gedrag, de voeding en het voorkomen van parasieten (ontworming, vlooien- en tekenbestrijding) komen tijdens dit consult aan bod. Ook het vaccinatieschema zullen we met u bespreken, zodat uw huisdier goed beschermd blijft. Daarna zal de dierenarts uw huisdier uitgebreid klinisch onderzoeken. Daarbij kijkt de dierenarts onder andere naar de conditie en groei van de afgelopen periode. Extra aandacht besteden we aan het gebit. Zijn alle tanden en kiezen netjes doorgekomen en zijn er geen melktanden achtergebleven?

CastratieSterilisatie?

In deze tijden begint u waarschijnlijk ook te denken aan geboortebeperking en dus aan de castratie (of sterilisatie) van uw dier. We bevelen deze ingreep niet alleen aan vanwege geboortebeperking: we voorkomen zo ook een paar belangrijke ziekten. We kunnen u dit tijdens het consult toelichten.

Het Zes Maanden Consult, zo weet u zeker dat u goed op weg bent!